Thema 3 basisstof 3.1 TL/VH

Thema 3 Ordening
Basisstof 1: Organismen ordenen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Ordening
Basisstof 1: Organismen ordenen

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk
Opdr 2, 4, 7 en 8 

Uit het gekopieerde boekje

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
2. Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een ordenen?

Slide 4 - Open vraag

Groepen maken 
Even oefenen: 

We gaan de klas ordenen op kleding. 

Welke kenmerken hebben wij gekozen? 

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerk
Een kenmerk is een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen. 

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen. 

Slide 6 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een celkenmerk

Slide 7 - Woordweb

Vier rijken

Slide 8 - Tekstslide

Celkenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

Soorten
Iets behoort tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 
Soort: Hond 
Ras: Dwergteckel +  Ras; Duitse Dog

Krijgen vruchtbare nakomelingen en behoren tot dezelfde soort. 

Slide 13 - Tekstslide

Celkern


Regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Slide 14 - Tekstslide

Celwand

Is een laagje om de cel heen die zorgt voor stevigheid.

Slide 15 - Tekstslide

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.

Slide 16 - Tekstslide

De cellen van een appelboom hebben een kern
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

De cellen van mijn spieren hebben een kern
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

De cellen van een waterlelie hebben een celwand
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Bacterien   
Voordelen
- Ruimen organische resten op (organisch??)
- Voedingsmiddelen maken
Nadelen
- Ziekteverwekkers.
- laten eten bederven.

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn ook nuttige bacteriën

A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Bacterien
Bacterien komen overal voor, ook in en op je lichaam.
Ze bestaan uit 1 cel en planten zich voort door deling.

Ze zijn nuttig maar kunnen ook gevaarlijk zijn.
Nuttig: ruimen dode resten op in de natuur, zitten in voedsel (yoghurt en kaas) zittrn in je lichaam.
Schadelijk: ziek worden, voedsel bederven

Slide 22 - Tekstslide

Geef 2 voorbeelden dat bacterien ook nuttig kunnen zijn

Slide 23 - Open vraag

Schimmels
Schimmels planten zich voort door sporen.
Schimmels kunnen nuttig zijn: ze ruimen dode resten op, het zit in voedsel, bier, wijn en brood, sommige schimmels kun je eten. 
Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, denk aan zwemmerseczeem en ze bederven voedsel.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Welke schimmel kun je eten?

Slide 26 - Open vraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 27 - Quizvraag

Schimmels bestaan uit draden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Cellen van schimmels hebben géén celkern
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

3 afdelingen:
- wieren
- sporeplanten
- zaadplanten

Slide 30 - Tekstslide

Planten
Zaadplanten hebben bloemen, planten zich voort door zaden
Sporenplanten hebben geen bloemen, planten zich voort door sporen. Varens en mossen zijn hier voorbeelden van.

Slide 31 - Tekstslide

Hebben alle planten bloemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Hoe planten sporenplanten zich voort
A
Zaden
B
Sporen
C
Mossen
D
Varens

Slide 33 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?
- 4 rijken
-bacterien
- schimmels
- planten

Slide 34 - Tekstslide