Bacterien en Schimmels

ORDENING
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ORDENING

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk Planten nakijken
Maken les 4 planten:

opdr. 1, 2, 3, 6, 7 blz. 204 t/m 206

Slide 2 - Tekstslide

Waarover gaat de komende les? (Wat hebben we nog niet behandeld?)
A
Planten
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Dieren

Slide 3 - Quizvraag

Ordening
wanorde?

Slide 4 - Tekstslide

Bacteriën en schimmel
Meer details!

Slide 5 - Tekstslide

Welk rijk heeft cellen zonder celkern?
A
dieren
B
bacterien
C
schimmels
D
planten

Slide 6 - Quizvraag

Welk rijk heeft alle celkenmerken?
(celkern, celwand,bladgroenkorrels)
A
bacterien
B
schimmels
C
dieren
D
planten

Slide 7 - Quizvraag

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 8 - Sleepvraag

Schimmels

Slide 9 - Woordweb

Schimmels
Schimmels planten zich voort door sporen.
Schimmels kunnen nuttig zijn: ze ruimen dode resten op, het zit in voedsel, bier, wijn en brood, sommige schimmels kun je eten. 
Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, denk aan zwemmerseczeem en ze bederven voedsel.

Slide 10 - Tekstslide

Nut?
  • Opruimen van dode organismen
  • Sommige soorten maken penicilline (antibioticum)
  • Gebruik als voedsel of bij de voedselbereiding 
  • Schimmelkaas
  • Brood en bier/wijn
  • Champions/ Cantharellen

Slide 11 - Tekstslide

Biotechnologie
Bacterien en schimmels kunnen schadelijk en nuttig zijn.

Bij biotechnologie gebruiken we levende wezens om iets voor ons te doen.

Slide 12 - Tekstslide

Schade?
Voedselbederf



Schimmelinfecties

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen schimmel

celwanden 

celkern

geen bladgroenkorrels

veelcellig

schimmeldraden.

Slide 14 - Tekstslide

Heksenkring

Slide 15 - Tekstslide

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 16 - Quizvraag

Bij de bereiding van yoghurt en zuurkool worden bacteriën gebruikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag


Waar leven bacteriën en schimmels van?
A
van dode planten
B
van dode dieren
C
van resten van dieren
D
van resten van dode organismen

Slide 18 - Quizvraag

Van welke schimmelsoort wordt het antibioticum penicilline gemaakt?
A
kwastschimmel
B
penseelschimmel
C
toefjesschimmel
D
appelschimmel

Slide 19 - Quizvraag


Wat is een voorbeeld van een eencellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 20 - Quizvraag

Paddenstoelen behoren tot het rijk van de schimmels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 22 - Quizvraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 23 - Quizvraag

Champignons zijn eetbare schimmels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Om cellen van schimmels bevinden zich celwanden?
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Schimmels
Maken opdr. 1 t/m 7 blz. 220 tm 223

Slide 26 - Tekstslide

Celkenmerken
Aantal cellen
Nut  
Schade
Voortplanting
Bacterien
  •  wel celwand, geen celkern of bladgroen
  • altijd ééncellig
  • afval opruimen, gebruik bij voedselbereiding
  • voedselbederf, ziekte
  • door deling

Slide 27 - Tekstslide

Nut van bacteriën
Zorgen voor productie van Yogurt ( en andere melkproducten)
Extra: Zorgen voor vertering bij dieren.



Slide 28 - Tekstslide

Schade van Bacteriën

Slide 29 - Tekstslide

Het dier hiernaast hoort in de afdeling van de ...
A
eencelligen
B
weekdieren
C
wormen
D
geleedpotigen

Slide 30 - Quizvraag

Bacteriën planten zich voort door sporen.
A
juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Cellen van bacteriën hebben een celwand
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Bacteriën
Opdr. 1 t/m 7 bladzijde 220/223 (met je buurman of buurvrouw of alleen)

Slide 33 - Tekstslide

sponzen
1
wormen
2
neteldieren
3
stekelhuidigen
4
weekdieren
5
geleedpotigen
6
gewervelden
7

Slide 34 - Tekstslide

Uit hoeveel stammen bestaan het dierenrijk?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 35 - Quizvraag

Welke is niet NIET een stam
A
Zoogdieren
B
Sponzen
C
Gewervelden

Slide 36 - Quizvraag

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
Geen
B
Uitwendig
C
Inwendig

Slide 37 - Quizvraag

Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 38 - Quizvraag