Scrum College 20
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
https://community.lessonup.com/posts/bedenk-een-vraag-met-als-antwoord?utm_source=manual
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe leer je voor een toets
A
oefen de opdrachten
B
leer de samenvatting
C
leer de begrippen
D
stel vragen
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar komt de term Scrum vandaag?
A
American Football
B
Basketbal
C
Schaken
D
Rugby
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk artefact hoort bij een increment?
A
Sprintdoel
B
Definitie of Done
C
Sprint Backlog
D
Review
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke commitment behoort bij de Sprint Backlog
A
Developers
B
Daily Scrum
C
Sprint Goal
D
User Stories
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de 5 Scrum values?
A
Honesty, Focus, Respect, Fun, Courage
B
Openness, Courage, Commitment, Fun, Focus
C
Extraversion, Focus, Commitment, Openness, Integrity
D
Openness, Focus, Commitment, Respect, Courage
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens de Sprint Planning wordt de nadruk gelegd op;
A
Het "waarom"van een Sprint
B
'wat' gaan we doen deze sprint
C
'hoe' pakken we werk aan deze Sprint
D
Alle bovenstaande
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sprintplanning
Daily Standups
Sprint Review / Demo
Retrospective
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep ze in de goede volgorde
Wat is scrum?
A
Methodiek waarbinnen mensen bewerkelijke problemen oplossen
B
Rugby term om een touchdown te maken, dus punten scoren
C
Een insect, die veel voorkomt in Africa
D
Een methodiek om projecten te laten mislukken
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen Scrum meeting?
A
Delivery Planning
B
Sprint Planning
C
Retrospective
D
Review meeting
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de definition of done?
A
Geeft aan wat je niet moet doen in een Scrum
B
Het resultaat waar een Sprint aan moet voldoen
C
Geeft aan wanneer je klaar bent en naar huis kunt
D
Is de werkvoorraad van het team
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt geleerd de user story in een bepaalde vorm te schrijven. Wat is het juiste format?
A
Als... wil ik... zodat ik...
B
Als gebruiker wil ik...
C
Als gebruiker moet ik... zodat ik...
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de rol van de scrummaster?
A
Vertegenwoordiger van de opdrachtgever
B
Hij/zij is de beste pokeraar en verdient het meeste geld
C
Het ondersteunen van de werkwijze als facilitator
D
Opdrachten geven en taken verdelen in het team
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In Pair Programming heb je twee verschillende
rollen, welke zijn dit?
rollen, welke zijn dit?
A
Ouder & Kind
B
Driver & Navigator
C
Coder & Designer
D
Baas & Slaaf
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een storypoint?
A
Een grotere hoeveelheid werk dat een man in een uur kan uitvoeren.
B
De hoeveelheid werk die een team in één dag kan realiseren.
C
Een ander woord voor manuur.
D
is een maat voor de hoeveelheid werk om een story te realiseren.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wij doen binnen de opleiding ook Pair Programming
Dit komt niet in Scrum voor maar komt uit een andere methodiek, welke?
A
Scrumban
B
Extreme Programming
C
Kanban
D
Crystal Clear
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Per Sprint
Dagelijks
Maandelijks
Vul het ontbrekende woord in.
In Scrum, worden de team taken ..................................... gemonitord en gecoördineerd.
Slide 21 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar heb je Wireframes voor nodig?
A
Evaluatie van interacties
B
Organiseren van informatie en interacties
C
Evaluatie van informatie
D
Organiseren van prototypes
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Met welke methode worden de prioriteiten bepaald van de user story's bepaald?
A
Kano
B
SWOT
C
MoSCoW
D
WBS
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het verstandig om vroeg en vaak op te leveren?
A
Gebruikers kunnen dan eerder over nieuwe functionaliteiten beschikken en eerder feedback geven hierover
B
Omdat het team dan de handen vrij krijgt voor andere en nieuwe, functionaleiten
C
Omdat de sprint burndown dan nauwkeuriger kan worden bijgewerkt
D
Om de Product Backlog nauwkeuriger te kunnen inschatten.
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie mag de product backlog veranderen?
A
De gebruikers die daar belang bij hebben.
B
Alleen de leden van het scrum team
C
Alleen de product owner.
D
Niemand, deze mag niet veranderen nadat de backlog refinement is afgelopen.
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vaak per maand Googelt men “Scrum” in Nederland?
A
140x
B
1400x
C
14000x
D
140000x
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Toets was?
A
makkelijk
B
moeilijk
C
ging wel
D
extreem moeilijk
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
