COM2

Communicatie 2 LSD
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Communicatie 2 LSD

Slide 1 - Tekstslide

Een online-les volgen geeft mij dit gezicht...

Slide 2 - Open vraag

Vandaag
  • Terugblikken 
  • LSD
  • Video
  • ONLINE oefening

Slide 3 - Tekstslide

Hoe weet je of iemand 'actief luistert'? Noem 3 voorbeelden.

Slide 4 - Open vraag

De afkorting LSD houdt het volgende in:
A
Luisteren, Spreken en Durven
B
Luisteren, Samenvatten en Doorvragen
C
Luisteren, Samenvatten en Doen
D
Luisteren, Spreken en Doorvragen

Slide 5 - Quizvraag

LSD

  • Wat zie je terug aan LSD in het filmpje?
  • Hou zou het anders kunnen?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Functie Samenvatten
  • Je checkt of je de ander goed begrijpt.
  • Je helpt de rode draad vast te houden.
  • Je stelt de ander gerust: ‘ik luister echt naar je’.
  • Je bouwt een brug naar een volgend onderwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatten op 2 niveaus
Inhoudsniveau:
  • Een vrij letterlijke weergave van wat de ander zegt. 
Je komt vandaag niet werken.’
Gevoelsniveau
  • Koppel je terug hoe de ander zich voelt. Je let dan vooral op de non-verbale uitingen bij wat de ander zegt. 
Je vindt het vervelend dat je vandaag niet kunt werken.'

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen
Hoe zou jij het volgende samenvatten op inhoudsniveau?
Hoe zou je het volgende samenvatten op gevoelsniveau?
                    Opname 1.                                           Opname 2.

Slide 10 - Tekstslide

Parafraseren 
= herformuleren. 
  • Herhaling in eigen woorden.  
  • Controleert of je de ander goed hebt begrepen en moedigt aan om verder te vertellen. 

‘Als ik goed naar je luister... Klopt dat?'
'Dus als ik het goed begrijp... Bedoelde je dat?'

Slide 11 - Tekstslide

Heb jij behoefte aan een korte break?

Slide 12 - Poll

D: Doorvragen
  • De communicatie komt niet van één kant. 
  • Je bent betrokken en laat zien dat je actief luistert. 
  • Door goed op te letten - wat zegt de ander en wat zegt hij juist niet? - kun je op het juiste moment de goede vragen stellen.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen: functies van doorvragen

  • Koppel de juiste functie aan het juiste voorbeeld.

Slide 14 - Tekstslide

Vage uitspraken verhelderen.
Onjuiste aannames in beeld brengen.
U zegt 'het is ook altijd hetzelfde liedje'. Kunt u een voorbeeld geven?
Ik zie dat je steeds op je horloge kijkt. Heb je haast?
Wat bedoel je met 'de laatste tijd'?
Jeroen wordt overgeplaatst. Van wie heeft u dat gehoord?
Algemene uitspraken concreet maken. 
Doorvragen op non-verbale uitingen.

Slide 15 - Sleepvraag

Volgende les
  • Soorten vragen
  • Oefenen, oefenen en nog eens oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Hier kijk ik naar uit...

Slide 17 - Woordweb