5h3 betoog les4 031218

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

ma. 3 december

• vorige les: bronvermelding + argumenten voor en uitwerking
• planning t/m volgende week
• herhaling theorie tot nu toe
• werken aan tegenargument + weerlegging

vorige les (di. 27/11)

• filmpje bronvermelding
• bespreken inleiding
• 2x argument vóór stp + uitwerking schrijven en inleveren
• lezen in je boek

planning t/m week 50

• morgen: afronden betoog 
  
• donderdag: bespreken betoog + lezen in boek 
  
• volgende week: ma + di herkansingen; do start 2e oefenbetoog (op computer)
  

theorie tot nu toe

schrijfplan

Vul het bovenste gedeelte van het uitgedeelde schrijfplan in:

onderwerp = hpv-vaccinatie

schrijfdoel = overtuigen

hoofdgedachte = standpunt = .................................................

arg. 1 =..........................................................

arg. 2 = ......................................................

T.arg. = .....................................................

                               weerlegging = .......................................................

inleiding

Schrijf de inleiding van je oefenbetoog. Neem de volgende elementen op in de inleiding:

• aandacht trekken (bijv. d.m.v. een anekdote) 
  
• aankondiging / introductie onderwerp 
  
• standpunt 

Gebruik een kleine honderd woorden.

korte terugkoppeling inleiding

• een enkele keer geen standpunt
• vaak geen échte aandachttrekker
• onderwerp duidelijker introduceren
• niets zo maar letterlijk overnemen uit de artikelen

argumenten vóór

1. Schrijf de eerste twee alinea's van het middenstuk.
2. Begin elke alinea met een signaalwoord, gevolgd door het argument voor het stanpunt.
3. Onderbouw elk stanpunt met een uitwerking.
4. Neem ten minste één citaat op in je tekst.
5. Gebruik per alinea tussen de 100 en 150 woorden.

huiswerk voor vandaag

• afmaken 2 argumenten voor + onderbouwing
• meenemen je betoog + artikelen
• meenemen leesboek
  

argument tegen + weerlegging

1. Schrijf de 3e alinea van het middenstuk.
2. Begin de alinea met het tegenargument.
3. Maak in deze zin gebruik van een signaalwoord voor een tegenstelling.
4. Leg uit waarom tegenstanders dit vinden.
5. Leg vervolgens duidelijk uit waarom hun visie niet klopt. Dit is de weerlegging. Gebruik een tegenstellend signaalwoord om aan te geven dat de weerlegging begint.

Klaar? Ga lekker lezen in je boek.

huiswerk di. 4/12

• afmaken argument tegen + weerlegging
  
• meenemen je betoog + artikelen 
  
• meenemen leesboek