KD Spaans 003b

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

KD Spaans 003b

Wat hebben we al geleerd? 

• 50 woorden 
• begroeten & afscheid nemen 
• vragen hoe iemand heet en die vraag beantwoorden
• vragen hoe het gaat en die vraag beantwoorden 
• tellen van 1 - 20 

vandaag: grammatica

persoonlijke voornaamwoorden: 

ik - jij - hij - zij - u

wij - jullie - zij - u 

werkwoorden vervoegen:  

ik ben - jij bent - hij/zij is - wij zijn - jullie zijn - zij zijn 

vragen stellen en beantwoorden

Cómo te llamas?    o    Cómo se llama usted? 

Hoe heet jij?       of                  Hoe heet u? 

De dónde eres?    o     De dónde es usted? 

Waar kom jij vandaan?   of         Waar komt u vandaan?  

Me llamo María. 

Me llamo Rafael. 

Me llamo Juan José. 

Me llamo Raúl. 

Me llamo Clara. 

Me llamo Catalina. 

Hola, me llamo Ignacio. 

Nos llamamos Marta y Beatriz. 

Yo me llamo Marta, 

y  yo me llamo Alberto.

Yo me llamo Marc. 

Y  yo me llamo Júlia. 

Mi nombre es Cristina. 

Y mi nombre es Merche.

De meeste antwoorden zoals links, zonder persoonlijk voornaamwoord. 

Rechts zie je antwoorden die op verschillende manieren daarvan afwijken. 

Licht toe. 

Soy de Jaén. 

Soy de Barcelona, Cataluña. 

Soy de Motril, Granada.

Soy de aquí, de Málaga. 

Soy de Chile, pero vivo aquí en Málaga. 

Yo soy de Barcelona. Yo de Valencia.

Yo soy de las Islas Canarias.

Somos de Pamplona. 

Somos de Barcelona.

Links en rechts verschillende soorten antwoorden. Licht toe. 

PREGUNTAS 

Cómo te llamas?

De dónde eres? 

Cuántos años tienes? 

Dónde vives? 

RESPUESTAS 

Me llamo ... 

Soy de Holanda.

Tengo ... años. 

Vivo en ... 

VRAGEN & ANTWOORDEN 

De eerste 2 hebben we net behandeld. 

Vorige week heb je je leeftijd opgezocht. Weet je het nog? 

De laatste vraag/antwoord is nieuw. 

Oefenen in tweetallen. Wissel van rol. 

PRONOMBRES PERSONALES

yo 

tú 

él/ella/usted

nosotros/nosotras

vosotros/vosotras

ellos/ellas/ustedes

PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN

ik 

jij 

hij/zij/u

wij 

jullie 

zij/u 

persoonlijke voornaamwoorden

Waarom heb je ze nodig? 

Om werkwoorden te vervoegen. 

Voorbeelden: 

Ik   ben/is   student. 

Jij   hebt/heeft   een fiets. 

Zij   is/zijn   studenten. 

maak de opdrachten

op ItsLearning

Spaans 003b grammatica werkwoorden vervoegen