De SHIT-regel geldt niet alleen bij SHE, HE en IT.
De regel geldt ook als het gaat over:
- 1 persoon (Bob, Jane, my father, etc.)
- 1 dier (dog, cat, fish, cow, etc.)
- 1 ding (chair, table, computer, book, etc.)
Bijvoorbeeld:
My father works at a construction company.
The dog sleeps a lot.
The computer works fine.