Wereldoriëntatie 7/8 - Ik wil meer weten! - Mode

• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 7,8

Introductie

Digibordles

Ik wil meer weten!

Ik weet wat mode betekent voor elk van de kinderen

uit deze reportage.

Bekijk de titel van het artikel, maar lees de tekst nog niet.

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat is dit voor tekst?

Hoe ga je deze tekst lezen?

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?

Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?

 

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de

vragenmuur.

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Lees eerst een keer de hele tekst.

Klopte het idee dat jullie hadden tijdens het oriënteren op de tekst?

Woordenschat:
mode, unieke outfit, afgedankte,

ontwerpen, klederdracht, showen.

De leerkracht doet het voor.

Woordenschat:

fast fashion, genomineerd

(nomineren), award, zich inzetten, duurzame,

materialen, upcycling, hopelijk, inspireert (inspireren), in opdracht, maattabel, collectie, streetwear, milieu,

slechte stoffen, swappen, ruilwinkel, combineer

(combineren), creaties, positief.

We doen het samen.

Waar ligt Almere?

Google Maps

Nu jullie!

Vat de alinea's samen.

Tekstgerichte vragen:

Wat kan je met kleding laten zien volgens Maahi?

Waarom koopt Feline liever geen fast fashion?

Noem twee voorbeelden van kleren die Masha heeft gemaakt of aan het maken is. Beschrijf ze zo precies mogelijk.

Wat is een overeenkomst tussen de kledingkeuze van Floris en Roelof en Nico?

Kies jij zelf je kleren uit? En zo ja, waar baseer je je keuze op? Denk je ook wel eens aan de mening van anderen?

Ontwerp een outfit die jouw persoonlijkheid weerspiegelt. Beschrijf welke materialen en kleuren je zou gebruiken en waarom.

Toetsvraag:

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

A) Mode kan een uitdrukking zijn van je persoonlijkheid, cultuur of creativiteit.

B) Alle kinderen op de wereld dragen andere kleding.

C) Mode is alleen belangrijk voor mensen die zelf kleding maken of naar naailessen gaan.

D) Iedereen zou weer meer kleren van vroeger moeten

dragen, zoals klederdracht of kleren van je ouders.

Wat heb je deze les geleerd?

Klopte ons idee over het doel van de schrijver?

Bespreek de antwoorden op de tekstgerichte vragen en de toetsvraag.

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.

Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Tot de 

volgende keer!