In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Die große Donald Duck Aufgabe
Slide 1 - Tekstslide
Wie heeft er weleens Donald Duck gelezen?
A
Nog nooit
B
Af en toe een keertje
C
Ik had vroeger een abonnement
D
Ik ben nog steeds fan
Slide 2 - Quizvraag
Aufgabe 1
Sehe dir das Bild an.
Kijk naar de voorkant van het blad. Je ziet Kwik, Kwek en Kwak –die in het Duits trouwens Tick, Trick und Track genoemd worden– met hun rugzakken op lopen.
Wat zullen ze waarschijnlijk gaan doen?
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan ze waarschijnlijk doen?
Slide 4 - Open vraag
Aufgabe 1
Je kunt aan dat woord zelf zien of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
is. Wat is het?
"Unsere erste botanische Fieschelschweif-Exkursion"
Slide 5 - Tekstslide
Dat zeggen ze zelf ook, maar welk woord gebruiken ze daarvoor?
Slide 6 - Open vraag
Aufgabe 1
Dat zeggen ze zelf ook, maar welk woord gebruiken ze daarvoor?
Slide 7 - Tekstslide
Je kunt aan dat woord zelf zien of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Wat is het?
A
Mannelijk (der)
B
Vrouwelijk (die)
C
Onzijdig (das)
Slide 8 - Quizvraag
Aufgabe 2
Wat is Onkel Dagobert aan het doen?
Slide 9 - Tekstslide
Wat is Onkel Dagobert aan het doen?
Slide 10 - Open vraag
Aufgabe 2
Uit welke twee woorden bestaat het woord “Lieblingsbeschäftigung” ?
Slide 11 - Tekstslide
Uit welke twee woorden bestaat het woord “Lieblingsbeschäftigung” ?
Slide 12 - Open vraag
Aufgabe 2
Wat bedoelen de neefjes dus met dat woord?
Slide 13 - Tekstslide
Wat bedoelen de neefjes dus met dat woord?
Slide 14 - Open vraag
Aufgabe 3
De neefjes beschuldigen Onkel Dagobert ervan dat hij zijn belofte niet heeft gehouden.
Waar zeggen ze dat?
Kijk en lees goed.
Slide 15 - Tekstslide
Nummer 1
Slide 16 - Tekstslide
Nummer 2
Slide 17 - Tekstslide
Nummer 3
Slide 18 - Tekstslide
Nummer 4
Slide 19 - Tekstslide
De neefjes beschuldigen Onkel Dagobert ervan dat hij zijn belofte niet heeft gehouden. Waar zeggen ze dat?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Onkel Dagobert gaat toch mee. Wat betekent “überredet”?