§7: Examenopdrachten
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke muziekstijl was populair in de jaren 60 jeugdculturen?
A
Reggae
B
Rap
C
Rock 'n roll
D
Klassiek
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'Wederopbouw'?
A
Nederlandse gerecht
B
Kunst van het beeldhouwen
C
Traditionele dansvorm
D
Heropbouw na oorlog of ramp
Slide 6 - Quizvraag
Welke Nederlandse steden werden sterk beïnvloed door de wederopbouw?
A
Rotterdam en Arnhem
B
Maastricht en Groningen
C
Den Haag en Eindhoven
D
Amsterdam en Utrecht
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'amerikanisering'?
A
Een vorm van Europese verstedelijking.
B
Een uitbreiding van de Russische invloed in de VS.
C
Het promoten van Aziatische tradities in de VS.
D
Het overnemen van Amerikaanse cultuur en normen.
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van amerikanisering in de Nederlandse cultuur?
A
Spaanse architecturale invloeden in steden.
B
Traditionele Nederlandse dansen en muziek.
C
Fastfoodketens en Amerikaanse films en muziek.
D
Oosterse kunsttentoonstellingen en festivals.
Slide 9 - Quizvraag
Welke sector wordt sterk beïnvloed door amerikanisering?
A
De agrarische en veeteeltsector.
B
De wetenschappelijke en academische instellingen.
C
De consumptiecultuur en reclame-industrie.
D
De traditionele ambachtelijke industrieën.
Slide 10 - Quizvraag
Wat typeerde de Nederlandse provo's?
A
Kritiek op de maatschappij en happenings
B
Conformiteit en traditionalisme
Slide 11 - Quizvraag
Wat kenmerkte de Nederlandse gabbers in de jaren '90?
A
Hardcore housemuziek en trainingspakken
B
Klassieke muziek en nette kleding
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent 'ontkerkelijking'?
A
Het stijgen van het aantal religieuze ceremonies.
B
Het versterken van de band met de kerk.
C
Het afnemen van kerkelijke betrokkenheid en religieuze activiteiten.
D
Het toenemen van kerkbezoek en religiositeit.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een gevolg van ontkerkelijking voor kerkelijke gemeenschappen?
A
Afname van het aantal kerkleden en een afname in kerkelijke activiteiten.
B
Toename van het aantal kerkleden en een groei in kerkelijke activiteiten.
C
Groeien van kerkelijke diversiteit en een toename in kerkelijke activiteiten.
D
Stabilisatie van het aantal kerkleden en een toename in kerkelijke activiteiten.
Slide 14 - Quizvraag
Wat was een kenmerk van de 'ontzuiling' in Nederland?
A
Het versterken van de scheiding der machten.
B
Het bevorderen van de godsdienstvrijheid in wetgeving.
C
Het stimuleren van interreligieuze dialoog.
D
Het afnemen van de invloed van religie in de samenleving.
Slide 15 - Quizvraag
Welke groepen waren sterk vertegenwoordigd in de verzuiling?
A
Monarchisten, republikeinen, federalisten en separatisten.
B
Feministen, pacifisten, ecologisten en humanisten.
C
Moslims, hindoes, boeddhisten en atheïsten.
D
Katholieken, protestanten, socialisten en liberalen.
