H2 gevarensymbolen

NASK - natuurkunde en scheikunde
NaSk 
Pak voor je:
Laptop
Aantekingenschrift
Start hoofdstuk 2 stoffen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NASK - natuurkunde en scheikunde
NaSk 
Pak voor je:
Laptop
Aantekingenschrift
Start hoofdstuk 2 stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Regels bij NASK
  • Zorg ervoor dat je al je spullen bij je hebt.
  • Boeken NASK, gevulde etui, rekenmachine, geo, laptop
  • Mobiel in kluis of thuis. Rijmt!
  • Aantekeningenschrift en pen voor je. Daarna pak je wat de docent aangeeft. Tas? Onder de tafel. 
  • Maak je huiswerk, de docent kan het controleren (als het in de ELO staat)
  • Als je iets niet snapt,laat het dan aan mij weten, dan kan ik je helpen. Mail of kom langs. 

Slide 2 - Tekstslide

We gaan beginnen met hoofdstuk 2
Dit hoofdstuk gaat over stoffen en hoe werk ik veilig met (gevaarlijke) stoffen. 
In hoofdstuk 1 hebben we geleerd wat het verschil is tussen natuurkunde en scheikunde? Vingers! Wie weet het verschil tussen natuurkunde en scheikunde?    (Tip: ijs/ei)

Beoordeling hoofdstuk 2:
Je levert een aantal opdrachten in, die je krijgt in de lessen.
Je kunt een practicum uitvoeren en hiervoor krijg je een beoordeling. 
(we oefenen veel proefjes dit hoofdstuk, je krijgt een practicum voor een cijfer die er op lijkt op de proefjes die we geoefend hebben)

Leerdoelen van deze les:
  • Wat zijn stofeigenschappen? (denk aan proefje met de reageerbuisjes)
  • Wat zijn de gevarensymbolen / pictogrammen?
  • Wat is er belangrijk aan een gevarensymbool?
(Tijdens het zelfstandig werken, roep ik je bij me om je toets te bespreken, als dit nog moet.)

Slide 3 - Tekstslide

Natuurkunde

De natuurkunde bestudeert de verschijnselen die om ons heen gebeuren.


De stof verandert niet. 

Water in een bakje, kan bevriezen in de ijskast en weer ontdooien.

Het is omkeerbaar.

Slide 4 - Tekstslide

Scheikunde
Scheikunde is het onderzoeken van stoffen. Kunnen stoffen veranderen? Kun je nieuwe stoffen maken? 

Het is onomkeerbaar. Er ontstaat een nieuwe stof. 
Hoofdstuk 2 gaat vooral om scheikunde. Proefjes doen!

Slide 5 - Tekstslide

Proefje met stoffen in reageerbuis.


Hoe herken ik het reageerbuisje waar sinaasappelsap in zit?
Hoe herken ik het reageerbuisje waar spiritus in zit? (blauwe vloeistof die kan branden)
Dit hebben we besproken in hoofdstuk 1. Hier gaan we verder mee.
Hoofdstuk 2 gaat echt over scheikunde, dus proefjes doen!

Slide 6 - Tekstslide

Stofeigenschappen

Stoffen kun je herkennen aan de stofeigenschappen. Iedere stof heeft eigen eigenschappen. 

We weten al: 

kleur, geur, fase (bij temperatuur) (ijs, water, 

waterdamp), smaak (nooit proeven), brandbaarheid, 

dichtheid, helderheid. 

Heb je een product in je tas waar een gevarensymbool 

op staat? (niet gebruiken in de klas AUB)

Slide 7 - Tekstslide

Gevarensymbolen







(schadelijk)                                        (bijtend)

Slide 8 - Tekstslide

Gevarensymbolen in het dagelijks leven

Slide 9 - Tekstslide

De volgende vraag gaat over deze 3 symbolen. 
Bekijk de symbolen goed. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk gevarensymbool was direct duidelijk? Waarom?
Vul daarna je antwoord in op je werkblad.

Slide 11 - Open vraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met de levende natuur?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 12 - Quizvraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met het energie probleem op de wereld?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 13 - Quizvraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 14 - Quizvraag

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 15 - Quizvraag

De stofeigenschappen van alcohol zijn:
A
Gewicht en geur
B
Kleur en geur
C
Brandbaarheid en geur
D
Kleur en brandbaarheid

Slide 16 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen van koffie.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
schadelijk

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het gevarensymbool op de fles?
A
Giftig
B
Corrosief
C
Explosief
D
Schadelijk

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Onze conclusie: 


                                   Ik schrijf mee op het bord. 
                                                                    Jij schrijft mee op je werkblad.

                                                              Waar moet een goed gevarensymbool aan voldoen?
......
......
(hoofdstuk 1 onderzoek doen> conclusie= antwoord op je onderzoeksvraag)

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!

We bespreken de opdracht, je gaat aan de slag, ik loop langs. 

Beoordelingseisen: zie whitebord. Deze hebben we als klas bedacht.


Huiswerk voor de volgende les:                                  Ik loop langs om te helpen. 

Inleveren: eigen gevarensymbool/veiligheidssymbool. 


A: je maakt een gevarensymbool over een regel in het practicumlokaal, zie opdrachtenblad. Je maakt een gevarensymbool voor een regel die geldt in het practicumlokaal. (ik vind dit onderwerp pittig, ik maak deze opdracht)

B: je maakt een gevarensymbool voor een zelf bedacht schoonmaakmiddel, zie opdrachtenblad. Je bedenkt eerst een product en maakt daarbij een gevarensymbool. (ik vind dit onderwerp zo makkelijk, ik wil meer uitdaging)


Beoordeling: deze opdracht telt mee in de eindbeoordeling (practicum) > Niet af = huiswerk.


Nabespreken:

Als de tijd voorbij is, bespreken we de les na en geef ik je tips mee voor je opdracht. 



timer
12:00

Slide 22 - Tekstslide

Nabespreking:
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
giftig
B
licht ontvlambaar
C
bijtend
D
schadelijk

Slide 23 - Quizvraag

Waaraan herken je een
goed gevarensymbool?

Slide 24 - Woordweb

Ik weet 2 belangrijke dingen die een gevarensymbool moet hebben.

Ja, ik weet er 2.
Nee, ik weet er meer dan 2.
Nee, Ik weet er 1.
Ik wil graag een extra uitleg.

Slide 25 - Poll

Inleveren: jouw eigen gevarensymbool, volgende les. 
Beoordeling: V of O


Wie heeft er nog vragen?

Wie was deze
belangrijke natuurkundige?

We bespreken deze 
slimme meneer volgende week!

Slide 26 - Tekstslide