Les 2

TRAININGSKUNDE LES 2
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 5
2024 - 2025
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

TRAININGSKUNDE LES 2
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 5
2024 - 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
Aan het einde van de les ...:
... ben je bekend met de term doping
... ben je bekend met de term Spirit of Sports
... ben je bekend met een functional movement screen en de 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet een trainer-coach de beginsituatie van zijn sporter meten?
A
Zodat hij weet wat de sporter kan presteren na de prestatie
B
Zodat hij weet hoe snel de sporter kan sprinten.
C
Zodat hij weet wat de sporter in het verleden heeft gepresteerd
D
Zodat hij de juiste trainingsbelasting kan verstrekken

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een laboratoriumtest is een spierbiopsie. Wat wordt er bij een spierbiopsie gemeten?
A
Het spiervezeltype
B
De doorbloeding van de spieren
C
De spierkracht
D
De werking van spieren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wedze (31) is een fanatieke schaatser en wilt de beste van de wereld worden. Tussen welke waarden ligt zijn maximale hartslag?
A
220-240
B
185-225
C
180-200
D
220-190

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke test is onbetrouwbaar, omdat er sprake is van een slechte reproduceerbaarheid?
A
De trainer test de snelheid van een sporter met een 1500m loop
B
De coach telt te weinig sit-ups om de sporter te motiveren
C
Een trainer test de sprongkracht, maar legt niet uit wat de bedoeling is
D
De weegschaal geeft verschillende waarde bij dezelfde persoon

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DOPING
Voor sporters is het verleggen van grenzen het doel; ze trainen daarvoor keihard en ontzeggen daarvoor veel om dit te realiseren.
  
De vraag die zij zichzelf vaak stellen is: kan het nog of kan het nét niet meer?


Sporters die het niet meer zien zitten of geen geduld kunnen opbrengen om via de normale trainingen de trainingseffecten af te wachten, willen nog wel eens naar doping grijpen.

Iets is doping wanneer het aan minimaal twee van de voorwaarden voldoet:
  • (Mogelijk) prestatie bevorderend
  • (mogelijk) schadelijk voor de gezondheid
  • In strijd met Spirit of Sport

Slide 7 - Tekstslide

https://open.spotify.com/episode/2ZXoOwAu2lkn6GWgsGkugT?si=z_ofKA3JQTWDZTViiMVYzg
DOPING
Voor sporters is het verleggen van grenzen het doel; ze trainen daarvoor keihard en ontzeggen daarvoor veel om dit te realiseren.
  
De vraag die zij zichzelf vaak stellen is: ‘kan het nog of kan het nét niet meer?’


Sporters die het niet meer zien zitten of geen geduld kunnen opbrengen om via de normale trainingen de trainingseffecten af te wachten, willen nog wel eens naar doping grijpen.

Iets is doping wanneer het aan minimal twee van de voorwaarden voldoet:
  • (Mogelijk) prestatiebevorderend
  • (mogelijk) schadelijk voor de gezondheid
  • In strijd met Spirit of Sport

Slide 8 - Tekstslide

https://open.spotify.com/episode/2ZXoOwAu2lkn6GWgsGkugT?si=z_ofKA3JQTWDZTViiMVYzg
Panelgesprek
  • Ga met een vijftal in gesprek over doping
  • Eén iemand leidt de sessie en bewaakt de structuur van het gesprek (dus ook de tijd!)
  • De andere leden brengen argumenten vóór en tégen doping in (bespreek vooraf welke kant je kiest; er moet een verdeling zijn!!!!) 
Je krijgt 10 minuten voorbereidingstijd, daarna 7 minuten panelgesprektijd


Tips: zoek websites, raadpleeg boeken, gebruik bro-science, haal argumenten bij andere tafels vandaan.

De sessieleider vat aan het einde het panelgesprek samen richting de klas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARGUMENTEN VOOR:

- Dit past in het streven om zo optimaal te presteren Een sporter doet er van alles aan om zo optimaal te presteren. Denk aan speciale schaatspakken, lichte fietsen, speciaal eten, et cetera. Ook doping kun je hieronder laten vallen.

- Wat is doping wat niet? 
Het is soms zo onduidelijk wat nu wel of niet doping is dat je het beter maar allemaal kunt toestaan (zie ook het volgende punt)

- Gezondheidsproblemen? Laat dit over aan de sporter. Als een sporter zich bewust is van eventuele gezondheidsproblemen dan moeten we de sporter niet verder iets opleggen. Dit is te paternalistisch.
ARGUMENTEN TEGEN:

- Natuurlijk staat optimaal presteren voorop. Maar iedere sport kent grenzen. Het publiek wil namelijk graag zien wie het beste is in een sport niet wie het beste is in het vinden van de beste doping. Aan technische hulpmiddelen - denk aan Oscar Pistorius (Blade Runner) - zitten ook duidelijk grenzen.

- Een grens trekken is best wel mogelijk
Natuurlijk is van sommige stoffen het lastig vast te stellen of dit daadwerkelijk prestatiebevorderend werkt of niet. Maar bij bepaalde stoffen is dit best goed vast te stellen (denk aan epo).

- De sporters lopen een gezondheidsrisico
Veel dopingtechnieken/middelen kennen bepaalde gezondheidsrisico's. Daarom moet je geen doping willen.

Slide 10 - Tekstslide

https://open.spotify.com/episode/2ZXoOwAu2lkn6GWgsGkugT?si=z_ofKA3JQTWDZTViiMVYzg
ontspannen!
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SPIRIT OF SPORTS

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NU JE DIT WEET

Past doping dan in de Spirit of Sport?
Herzie je je antwoord(en)?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Bekijk het filmpje van de FUNCTIONAL MOVEMENT SCREEN
https://youtu.be/TLTSpxPzKug

Bespreek in 2-tallen het volgende en beargumenteer je antwoord:
- Waarvoor is deze test bedoeld?
- Is het een betrouwbare test?
- Is het een valide test?
- Wanneer zou je deze test gebruiken?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SPIRIT OF SPORTS

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Werk een testprotocol uit voor een test die maximaal 15 minuten duurt. Schrijf deze uit in Jip-en-Janneke taal, dat wil zeggen dat deze volledig maar wél begrijpelijk is! 

Houd dus rekening met essentiële onderdelen in jouw test. Zoals: beoordelingsmodel, wat moet er vooral wél op papier staan? En wat is dus niet zo belangrijk en moet je vooral niet opschrijven

Je werkt samen in een 3-tal.

De test mag een fysieke, biomedische, cognitieve of andere vorm zijn.
coopertest, anamnese, bloeddruk meten, algemene fit- en gezondheidstest, HF-test(en)

Slide 17 - Tekstslide

https://www.adaptation.nl/wp-content/uploads/2020/02/BSC-INTAKE-1.0-Meten-Testen-Intake.pdf


En volgende les?


Aan de bak met o.a. FMS! 
Vetpercentagemeting
Betrouwbaarheidscoëfficient

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies