Meester in Executieve Functies: Bouw aan Sterke Vaardigheden
Meester in Executieve Functies:
Bouw aan Sterke Vaardigheden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesBeroepsopleidingBasisschoolGroep 8
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Meester in Executieve Functies:
Bouw aan Sterke Vaardigheden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie de verschillende executieve functies benoemen en begrijpen hoe deze van invloed zijn op het leerproces van kinderen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over executieve functies?
Slide 3 - Woordweb
Wat zijn executieve functies?
Executieve functies zijn de cognitieve processen die ons helpen om doelen te stellen, te plannen, ons gedrag te reguleren en taken te voltooien.
Slide 4 - Tekstslide
Inhibitie
Inhibitie is het vermogen om impulsen te onderdrukken en na te denken voordat je handelt. Het helpt kinderen bij het beheersen van hun gedrag en emoties.
Slide 5 - Tekstslide
Werkgeheugen
Werkgeheugen stelt kinderen in staat informatie te onthouden en te gebruiken bij het uitvoeren van taken, zoals het volgen van instructies en het oplossen van problemen.
Slide 6 - Tekstslide
Cognitieve flexibiliteit
Cognitieve flexibiliteit verwijst naar het vermogen om van gedachten te veranderen, van strategie te veranderen en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.
Slide 7 - Tekstslide
Plannen en organiseren
Plannen en organiseren houdt in dat kinderen doelen stellen, stappen bedenken om die doelen te bereiken en hun tijd en middelen effectief beheren.
Slide 8 - Tekstslide
Taakinitiatie
Taakinitiatie verwijst naar het vermogen om taken te starten zonder uitstel of aarzeling. Het helpt kinderen bij het beginnen en voltooien van taken.
Slide 9 - Tekstslide
Emotieregulatie
Emotieregulatie helpt kinderen om hun emoties te herkennen, begrijpen en beheersen, wat bijdraagt aan hun welzijn en sociale interacties.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de functie van werkgeheugen?
A
Informatie tijdelijk vasthouden en bewerken
B
Informatie filteren en prioriteren
C
Informatie voor altijd vasthouden
D
Snel informatie opslaan en terugvinden
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het doel van inhibitie?
A
Impulsen onderdrukken en afleiding negeren
B
Snel beslissingen nemen zonder afleiding
C
Altijd reageren op elke prikkel
D
Impulsen volgen zonder nadenken
Slide 12 - Quizvraag
Wat houdt mentale flexibiliteit in?
A
Soepel kunnen schakelen tussen taken en strategieën
B
Vasthouden aan één taak zonder onderbreking
C
Snel afgeleid zijn door nieuwe prikkels
D
Alleen kunnen werken volgens een vaste routine
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de rol van emotieregulatie?
A
Altijd toegeven aan emotionele impulsen
B
Emoties onderdrukken en negeren
C
Emoties herkennen en op een passende manier uiten
D
Emoties delen zonder rekening te houden met anderen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de betekenis van planning en organisatie?
A
Doelen stellen en stappen bedenken om ze te bereiken
B
Doelen uitstellen en ongeorganiseerd werken
C
Altijd ad hoc reageren zonder vooruit te denken
D
Alles tot in detail willen plannen zonder flexibiliteit
Slide 15 - Quizvraag
De kennis over executieve functies is essentieel voor het onderwijs.
Eens: Het helpt bij het begrijpen van leerlingen.
Oneens: Er zijn belangrijkere onderwerpen in het onderwijs.
Eens: Het verbetert de leerprestaties van leerlingen.
Oneens: Het is te theoretisch en niet praktisch toepasbaar.
Eens: Het is cruciaal voor het ontwikkelen van zelfregulering.
Eens: Het kan bijdragen aan een inclusieve leeromgeving.
Slide 16 - Poll
De les over executieve functies was effectief en bruikbaar voor mijn klaspraktijk.
Eens: Ik heb concrete tips gekregen voor mijn klas.
Oneens: Het was te abstract en niet direct toepasbaar.
Eens: Het heeft mijn bewustzijn vergroot over leerlingen.
Oneens: Het was te langdradig en niet praktisch genoeg.
Eens: Het heeft mijn lesaanpak verrijkt en verbeterd.
Eens: Ik ben enthousiast om het toe te passen in mijn klas.
Slide 17 - Poll
Het toepassen van kennis over executieve functies zal mijn leerlingen ten goede komen.
Eens: Het zal hun zelfregulering en zelfstandigheid vergroten.
Oneens: Het heeft geen invloed op de leerprestaties.
Eens: Het zal leiden tot een positievere leerhouding.
Oneens: Het is te theoretisch en niet relevant voor mijn klas.
Eens: Het biedt nieuwe mogelijkheden voor differentiatie in de les.
Eens: Het zal de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen bevorderen.