U4 les 5 - 17 avril

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 17 avril

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt het werkwoord "aller" (gaan) vervoegen en in zinnen aanpassen;

- Jij kunt à, en, au en aux in zinnen gebruiken (herhaling);

- Jij kunt zinnen schrijven met woorden uit de vorige Unités en van U4, A4.

aller (=gaan)

Je vais                        Ik ga 

Tu vas                         Jij gaat

Il/elle/on va              Hij/zij/men gaat 

Nous allons              Wij gaan

Vous allez                  Jullie gaan

Ils/ elles vont            Zij gaan

Aller

je

tu

il/elle/on

vais

vas

va

Vertaal: Nous allons

1. Wij gaan
2. Wij eindigen
3. Wij moeten
4. Wij hebben

Je

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/Elles

vais

vas

va

allons

allez

vont

Aller	Gaan
Je	Ik ga
Tu	Jij gaat
Il / elle / on	Hij / zij / men gaat
nous	wij gaan
vous	jullie gaan / u gaat
Ils / Elles	zij gaan

vas

va

vont

allons

vais

allez

Je vais...

Le Maroc

Au

Aux

En

À

Nous allons ..... Angleterre

1. à
2. au
3. en
4. aux

Vertaal: Nous allons danser

1. Wij dansen
2. Wij zullen dansen
3. Wij hebben net gedanst
4. Wij gaan dansen

Vous allez ... la plage

1. à
2. en
3. au
4. aux

Solomon et Ecrin vont .... cinéma

1. à
2. en
3. au
4. aux

à + le, la, les

à+le = au

à+l' = à l' 

à + la = à la

à + les = aux

à + le

Ik ben bij de bioscoop

Je suis à le cinéma -> à + le = au 

Dus: Je suis au cinéma

Jaabir va .... boulangerie

1. à la
2. en
3. au
4. aux

Pour acheter un tee-shirt, Mariam va .... boutique

1. en
2. aux
3. au
4. à la

Semian ..... dans sa chambre pour faire les devoirs

1. fait
2. va
3. vais
4. vas

Zelfstandig werken

Ouvre le livre pages 124 et 125

Fais les exercices 8A, 8B et 8C.

La correction des exercices

Ouvre le livre pages 124 et 125

On corrige les exercices 8A, 8B et 8C.

Exercices 8A et 8B, page 124

• 1/ Ik ga te voet
• 1/ Wij gaan surfen
• Exercice 8B :
• 1/ Vous allez
• 2/ Il va
• 3/ Tu vas
• 4/ Elles vont

Exercices 8B et 8C, pages 124-125

• 5/ Je vais
• 6/ nous allons 
• Exercice 8C :
• 1/ je vais
• 2/ elle va
• 3/ allez-vous / vous allez
• 4/ Zazie et Enzo vont

Exercice 8C, page 125

• 5/ Tu vas
• 6/ vous allez
• 7/ Tom va expliquer
• 8/ nous allons manger

nous allons manger: waarom is het tweede werkwoord met "er"?

Vertaal: ik ga lunchen

Vertaal: wij gaan dansen

Tu parles en duo !

Exercice 8D, page 125.

Les phrases

Schrijf  zinnen met de aangegeven worden. Jij mag extra woorden gebruiken! Jij mag ook het enkelvoud/ meervoud veranderen.Pas op: in een zin is er altijd een werkwoord. Jij moet altijd het werkwoord vervoegen.

1/ où / boulangerie / ville

2/ la classe / chaise / le prof

3/ la chambre / le lit / la campagne

4/ aller / faire du vélo / école

5/ la soeur / l'anniversaire / jouer

une phrase avec "la classe / chaise / le prof"

une phrase avec "où / boulangerie / ville"

une phrase avec "la chambre / le lit / la campagne"

une phrase avec "aller / faire du vélo / école"

une phrase avec "la soeur / l'anniversaire / jouer"

Lesdoelen behaald?

- Jij kunt het werkwoord "aller" (gaan) vervoegen en in zinnen aanpassen;

- Jij kunt à, en, au en aux in zinnen gebruiken (herhaling);

- Jij kunt zinnen schrijven met woorden uit de vorige Unités en van U4, A4.

Lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃