studiedag 22 maart 22

• ANT2+
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Studiedag 22 maart

1) Docent staat bij de deur om de leerlingen te ontvangen,
en vertelt bij binnenkomst tegen de leerlingen: mobieltjes in de telefoontas.
Je ziet dat een leerling gaat zitten en zijn mobiel nog in zijn broekzak heeft. De leerling doet niks met de mobiel.

1. Je laat hem gaan, en zegt er niks van.
2. Je vraagt specifiek deze leerling nogmaals om zijn mobiel in de telefoontas te doen.
3. Je vraagt de leerling om zijn mobiel en neemt deze in.
4. Je vertelt de klas nogmaals de regel over de mobiel om te kijken of de leerling hem alsnog in de tas doet.

Docent vertelt bij binnenkomst: mobieltjes in de telefoontas. Leerling zit tijdens de les onder zijn tafel stiekem op zijn mobiel.

1. Je laat het gaan, en zegt er niks van.
2. Je wijst de leerling op de regel en vraagt het alsnog te doen.
3. Je vraagt de leerling om zijn mobiel en neemt deze in.
4. Je wijst de leerling op de regel en geeft aan dat hij een rode kaart krijgt.

Leerling gooit, achter de rug van de docent om, een papierpropje naar een andere leerling. Je merkt door de commotie dat er iets gaande is en wie hierin een rol speelt.

1. Je pakt het propje en gooit deze terug, je maakt er een grapje van.
2. Je verzoekt de desbetreffende leerling het propje van de grond te pakken en deze in de prullenbak te gooien.
3. Je maant de klas tot stilte en gaat door met je uitleg.
4. Je laat de desbetreffende leerling nablijven voor de actie ivm het verstoren van de les.

Leerling praat, na waarschuwing ,herhaaldelijk door de uitleg van de docent

1. Je geeft de leerling een time-out op de gang .
2. Je geeft de leerling een rode kaart.
3. Je waarschuwt de leerling om niet door de uitleg heen te praten.
4. Je vraagt de leerling om stil te zijn zodat iedereen goed de uitleg kan horen en begrijpen.

Leerling heeft zijn huiswerk voor het eerst niet gemaakt bij jou in de les.

1. De leerling moet de volgende keer het huiswerk aan jou laten zien.
2. Je geeft in magister de melding HV van huiswerk vergeten en maakt verder geen afspraken met de leerling.
3. Je geeft in magister de melding HV van huiswerk vergeten en maakt afspraken met de leerling over het niet gemaakte huiswerk.
4. Je gaat het gesprek aan met de leerling om te onderzoeken wat de reden is voor het niet maken van het huiswerk. Je doet geen HV melding.

De leerling heeft zijn huiswerk voor de derde keer niet gemaakt voor jouw les.

1. De leerling moet de volgende keer het huiswerk aan jou laten zien.
2. Je geeft in magister de melding HV van huiswerk vergeten en maakt verder geen afspraken met de leerling.
3. Je geeft in magister de melding HV van huiswerk vergeten en maakt afspraken met de leerling over het niet gemaakte huiswerk.
4. Je gaat het gesprek aan met de leerling om te onderzoeken wat de reden is voor het niet maken van het huiswerk. Je doet geen melding in magister.

Leerling reageert zichtbaar/hoorbaar boos en geïrriteerd op een medeleerling. Je weet niet wat de aanleiding is.

1. Je vraagt de leerling om stil te zijn en gaat door met de les.
2. Je vraagt de leerling op dat moment wat er is.
3. Je corrigeert de leerling waarop de leerling boos/geïrriteerd reageert.
4. Je vraagt de leerling rustig te zijn en geeft aan dat je op een later moment even met hem of haar in gesprek gaat.

Leerling lacht een medeleerling uit om de manier waarop hij iets uitspreekt

1. Je geeft de leerling een time-out.
2. Je geeft een korte corrigerende opmerking en gaat door met de les,
3. Je geeft de leerling een rode kaart.
4. Je vertelt klassikaal wat m.b.t. dit gedrag graag wil zien in de klas en waarom.

Leerling heeft zijn schoolspullen niet voor elkaar(gymkleding, IPad, pen e.d.)

1. Je vertelt de leerling om de volgende les alles mee te nemen, zodat hij of zij goed mee kan doen.
2. Je geeft in magister de melding MV en maakt verder geen afspraken met de leerling.
3. Je geeft in magister de melding MV van materiaal vergeten en spreekt een sanctie af.
4. Je gaat het gesprek aan met de leerling om te onderzoeken wat de reden is voor het niet voor elkaar hebben van de schoolspullen. Je doet geen melding in magister.

De leerling komt met zijn jas in de klas.

1. Je vraagt de leerling om de jas in de garderobe op te hangen en dan terug te komen.
2. Je wijst de leerling op de regel van school en vraagt de leerling om de jas in de garderobe op te hangen. De leerling krijgt hierdoor een melding van TL, wat je hem ook vertelt.
3. Je vraagt de leerling om de jas de volgende keer in de garderobe te hangen en niet mee te nemen de les in.
4. Je geeft de leerling een rode kaart voor het niet houden aan de schoolregel.

leerling komt met pet/muts in de klas.

1. Je geeft de leerling een rode kaart voor het niet houden aan de schoolregel.
2. Je vraagt de leerling om de pet/muts af te doen.
3. Je wijst de klas op de regel van school en vraagt de leerling om de pet/muts af te doen.
4. Je laat het zo. Je hebt er geen last van.

Na een waarschuwing omtrent gedrag doet de leerling wederom niet wat je vraagt, en blijft de rust verstoren in de les.

1. Je geeft de leerling een time-out.
2. Je geeft de leerling een rode kaart en doet een melding van VW in magister.
3. Je geeft nog een keer een waarschuwing
4. Je vraagt nogmaals of je uitleg over de opdracht duidelijk was en of de leerling aan het werk kan.

Leerling gaat eten tijdens de les.

1. Je vraagt de leerling om het eten weg te doen.
2. Je zegt niks.
3. Je geeft klassikaal aan wat de regel is omtrent het eten in de klas is en vraagt iedereen die dit nu doet om te stoppen.
4. Je geeft een rode kaart voor het niet houden aan de schoolregel omtrent het eten in de les.

Leerling wordt gebeld op zijn mobiel en neemt op tijdens de les. De leerling is vooraf niet bij jou geweest om aan te geven dat hij een belangrijk telefoontje verwacht, en of het goed is dat je die dan aanneemt.

1. Je vraagt de leerling om even naar de gang te gaan om daar het gesprek verder te voeren.
2. Je vertelt de leerling om het gesprek gelijk te beëindigen. Hier is geen discussie over mogelijk en duidelijk is dat je dit niet tolereert.
3. Je vraagt de leerling om het gesprek in de pauze voort te zetten.
4. Je geeft de leerling een rode kaart voor deze actie en het verstoren van de les

Leerling daagt jou uit, en geeft een grote mond en provoceert jou.

1. Je stuurt de leerling de klas uit met een rode kaart.
2. Je bent onder de indruk en weet even niet wat te doen.
3. Je geeft de leerling een time-out op de gang.
4. Je vraagt een medeleerling om hulp te halen.

De leerling appt of komt bij jou tijdens de les met de mededeling dat hij/zij morgen een afspraak heeft. Wat doe je?

1. Je bedankt de leerling voor de info.
2. Je bedankt de leerling en zegt dat je het doorgeeft.
3. Je verwijst de leerling door naar de verzuim coördinator.
4. Je vergeet het door te geven aan de verzuim coördinator .