Les 20 - Klare Taal Plus - congruentie

Klare Taal les 20 

Congruentie (B1-B2)

Je leert wat congruentie is en
hoe je dit goed kunt gebruiken in je schrijfwerk.


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klare Taal les 20 

Congruentie (B1-B2)

Je leert wat congruentie is en
hoe je dit goed kunt gebruiken in je schrijfwerk.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie 

Dit betekent dat je aan het onderwerp van de zin
per ongeluk een verkeerd werkwoord plakt.
Je weet dan niet precies of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Een kudde geiten liepen door het bos.
Een kudde geiten liep door het bos.

Welke is goed?



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
Als je de verkeerde persoonsvorm aan het onderwerp van de zin plakt, 
dan noem je dat een congruentiefout.

De man fietst naar huis.

Wat is het onderwerp?
Wat is de persoonsvorm?
Klopt deze zin dan? Waarom?



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
Om te checken of het onderwerp en de persoonsvorm goed bij elkaar passen, kijk je of het om enkelvoud (eentje) of meervoud (meerdere) gaat.

De jongen brak zijn been.
De jongen = onderwerp > enkelvoud/meervoud?
brak  = persoonsvorm > enkelvoud of meervoud?

Is de zin goed?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie

De piloten maakte een noodlanding op zee.

De piloten = onderwerp > enkelvoud of meervoud?
maakte = persoonsvorm > enkelvoud of meervoud?

Kloppen de aantallen? Is de zin goed?


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
De groep leerlingen wilde/wilden in de pauze niet in de aula zitten.

Wat is het onderwerp?
Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

Wat is de persoonsvorm?
Is het dan "wilde" of "wilden"? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
Soms kun je het dus minder goed herkennen:

Een groot aantal mensen wilde niet aan de kant gaan.

De zwerm vogels vloog richting het zuiden.

Een groep jongeren vernielde het bushokje.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
Bij Latijnse woorden is het ook lastig te herkennen.

De musea sluiten allemaal om 18:00.

het museum > de musea
de datum > de data
de politicus > de politici
het medium > de media

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn broer en ik __________ samen op vakantie gaan.
A
wil
B
willen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een grote groep supporters ____________ de stad onveilig.
A
maakte
B
maakten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De winkelcentra in de stad Zwolle __________ allemaal een Action en een Lidl.
A
hebben
B
heeft

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De media __________ de filmster veel complimenten gegeven voor zijn rol in de nieuwe Starwars film.
A
hebben
B
heeft

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meerderheid van de studenten __________ voor langere pauzes.
A
is
B
zijn

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De medici van de twee ziekenhuizen __________ vaak samen.
A
werkt
B
werken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groot aantal mensen _________ naar de bijeenkomst gekomen.
A
is
B
zijn

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer dan de helft van de kinderen _____________ nooit buiten.
A
speelt
B
spelen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

De meerderheid van de leerlingen maakten het huiswerk gelukkig goed.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Incongruentie, want het merendeel maakt; enkelvoudige kern. 
Goed of fout?

Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

Wist jij dat deze groep rebellen in Congo
veel misdaden heeft gepleegd?
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

Bijna tachtig procent van de Nederlanders
voelt zich gelukkig.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dertig procent van de deelnemers heeft de eindstreep niet gehaald.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oplossing voor deze moeilijke opdrachten zijn moeilijk te vinden.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor het proefwerk van gisteren had een aantal leerlingen niet geleerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het net met voetballen waren
al aan de voetballers gegeven.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er mogen maar één paar schoenen in de hal staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan congruentiefouten herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies