Welzijn en levensstijl

Welzijn en levensstijl
  • Ik kan uitleggen wat sociaal, geestelijk en lichamelijk welzijn is, en hoe deze elkaar beïnvloeden. 
  • Ik kan uitleggen wat een leefstijl is, en ik kan twee voorbeelden geven die bijdragen aan een gezonde leefstijl. 
  • Ik kan verschillende leefstijlziekte benoemen, en uitleggen welke risicofactoren hierbij horen. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welzijn en levensstijl
  • Ik kan uitleggen wat sociaal, geestelijk en lichamelijk welzijn is, en hoe deze elkaar beïnvloeden. 
  • Ik kan uitleggen wat een leefstijl is, en ik kan twee voorbeelden geven die bijdragen aan een gezonde leefstijl. 
  • Ik kan verschillende leefstijlziekte benoemen, en uitleggen welke risicofactoren hierbij horen. 

Slide 1 - Tekstslide

Welzijn
Geestelijk
Geestelijk welzijn gaat over je gevoel, hoe jij je voelt. of je snel wel of geen moodswings hebt. of je als je, je even minder voelt ook weer snel kan herstellen. 

Sociaal
Sociaal welzijn heeft te maken met hoe jij omgaat met de mensen om je heen. Hoe snel je sociale batterij weer oplaad als je veel sociaal contact hebt gehad.
Fysiek
Fysiek welzijn heeft te maken met jouw fysiek, ofwel je lichaam. 
Het gaat hierbij om je voeding, en je kracht, maar ook om of je makkelijk of moeilijk ziek word. 

Slide 2 - Tekstslide

Het woord ‘welzijn’ betekent: je goed voelen. Gezondheid is lichamelijk, geestelijk en mentaal welzijn. Wat betekent sociaal welzijn? 
A
Dat je lichaam normaal werkt 
B
Dat je geen pijn hebt
C
Dat je niet depressief of overspannen bent 
D
Dat je je goed voelt bij andere mensen

Slide 3 - Quizvraag

Karin heeft buikpijn.

Over welk soort welzijn gaat deze zin?
A
over geestelijk welzijn
B
over lichamelijk welzijn
C
over mentaal welzijn

Slide 4 - Quizvraag

Welzijn

Wat is waar?
A
Je lichaam, je geest en je omgeving hebben met elkaar te maken
B
Je lichaam, je geest en je omgeving staan los van elkaar
C
Alleen je geest heeft wat met je omgeving te maken
D
Alleen je lichaam heeft wat met je omgeving te maken

Slide 5 - Quizvraag

Geestelijk welzijn
Mentaal welzijn
Fysiek welzijn

Slide 6 - Sleepvraag

Leefstijl 
Wat is leefstijl?
Een leefstijl is de manier waarop jij leeft. Het heeft te maken met je voeding, je beweging en je slaap. Bij je leefstijl gaat het er dus om hoe jij zorgt voor jezelf.
Gezonde leefstijl
Bij een gezonde leefstijl eet je gevarieerde maaltijden met voldoende van alle voedingsstoffen, je beweegt/sport voldoende (minstens een half uur per dag) en je slaapt voldoende in een gezond patroon. 

Slide 7 - Tekstslide

Leefstijlziektes
Wat is een leefstijlziekte?
Een leefstijlziekte is een ziekte die voortkomt uit niet goed voor jezelf zorgen. Als jij een slechte leefstijl hebt aangehouden kan dit er voor zorgen dat je ziek word. 
Risicofactoren
Er zijn verschillende risico factoren die er voor kunnen zorgen dat je leefstijl ziektes krijgt. Denk hierbij aan: Roken, Alcohol, Ongezond eten, veel suikers, weinig beweging
Voorbeelden
Roken --> Hart en vaatziekte
Roken --> Bronchites 
Te veel suikers --> Diabetese type 2

Slide 8 - Tekstslide

In de Schijf van Vijf staan producten die je eet en drinkt voor een gezonde levensstijl
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN risicofactor voor hart- en vaatziekten?
A
veel alcohol drinken
B
veel verzadigd vet eten
C
veel voedingsvezels eten
D
veel zout eten

Slide 10 - Quizvraag

Een gezonde levensstijl verlaagd de kans op hart- en vaatziekten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Waarom hoort vapen niet bij een vitale levensstijl?
A
Dat ziet er onverzorgd uit.
B
Dat kost te veel geld.
C
Je krijgt er veel trek van.
D
Het is schadelijk voor je longen.

Slide 12 - Quizvraag

(3p) Beschrijf hoe deze risicofactoren samen kunnen leiden tot een hartinfarct.

Slide 13 - Open vraag

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 16 - Open vraag