4.3 en 4.4

4.3 en 4.4
Veel lessen zijn uitgevallen.
Daarom worden aankomende lessen samengevoegd.:
  • vandaag week 10:  4.3 en 4.4
  • week 12:  4.5 en 4.6
  • week 13 4.7 en afsluitende quiz
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4.3 en 4.4
Veel lessen zijn uitgevallen.
Daarom worden aankomende lessen samengevoegd.:
  • vandaag week 10:  4.3 en 4.4
  • week 12:  4.5 en 4.6
  • week 13 4.7 en afsluitende quiz

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 4.3 Hokjesdenken
Planning:
  • Herhaling 4.2
  • Uitleg 4.3

Maken:
Klassikale opdracht
Werkboek blz 123: 8, blz 124: 11



Leerdoelen   

  • •    Je kunt uitleggen wat categoriseren is en met voorbeelden aangeven hoe stereotypen en vooroordelen ontstaan (begrijpen, toepassen).
    •    Je kunt onderscheiden op welke gronden discriminatie plaatsvindt en beoordelen waarom dit leidt tot racisme en wij-zij-denken (analyseren, evalueren).
    •    Je kunt verklaren hoe polarisatie de sociale cohesie beïnvloedt en bespreken waarom dit een gevaar kan zijn voor de samenleving (begrijpen, evalueren).

Slide 2 - Tekstslide

Nature vs nurture

Slide 3 - Tekstslide

IQ=Nature
..=Nurture

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe werkt hokjesdenken? Noem 2 gevolgen

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welk kernbegrip past bij
de afbeelding?
A
discriminatie
B
racisme
C
stereotype
D
vooroordeel

Slide 13 - Quizvraag

"Alle voetbalsupporters zijn hooligans!" Dit is een voorbeeld van een.....?
A
vooroordeel
B
stereotype
C
discriminatie
D
racisme

Slide 14 - Quizvraag

Mevrouw Bouchtaoui kan niet goed autorijden. Wat is dat?
A
stereotype
B
vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 15 - Quizvraag

Arabieren dragen een tulband.
Wat is dat?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 16 - Quizvraag

Ik praat niet met mensen met lang haar. Wat is dit?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 17 - Quizvraag

Wat is hokjesdenken?
A
racistische opmerkingen maken
B
discrimineren
C
iedereen in een apart hokje plaatsen
D
verschillende mensen in één categorie plaatsen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vandaag 4.4 Migratie naar 
Nederlands
Planning:
  • Herhaling 4.3
  • Uitleg 4.4

Maken:
Klassikale opdracht
Werkboek blz 128-129: 10-12



Leerdoelen

4.4. Migratie naar Nederland

• Je kunt benoemen wat migratie is en de verschillen uitleggen tussen gastarbeiders, vluchtelingen en arbeidsmigranten (onthouden, begrijpen).
• Je kunt voorbeelden geven van restrictief toelatingsbeleid en toelichten wat dit betekent voor migranten, zoals kennismigranten en illegalen (toepassen, begrijpen).
• Je kunt het begrip volgmigratie uitleggen en bespreken welke gevolgen dat heeft voor het aantal nieuwkomers in Nederland (begrijpen, analyseren).

Slide 21 - Tekstslide

par 4 Migratie naar Nederland
Motieven voor migratie
Belangrijkste groep immigranten
Wetgeving, nationaal en internationaal

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Geef twee argumenten van Wilders om de grenzen te sluiten
En verzin zelf 2 argumenten om dit niet te doen

Slide 32 - Tekstslide

Geef twee argumenten van Wilders om de grenzen te sluiten
En verzin zelf twee argumenten om dit niet te doen

Slide 33 - Open vraag

Vandaag 4.4 Migratie naar 
Nederlands
Planning:
  • Herhaling 4.3
  • Uitleg 4.4

Maken:
Klassikale opdracht
Werkboek blz 128-129: 10-12



Leerdoelen

4.4. Migratie naar Nederland

• Je kunt benoemen wat migratie is en de verschillen uitleggen tussen gastarbeiders, vluchtelingen en arbeidsmigranten (onthouden, begrijpen).
• Je kunt voorbeelden geven van restrictief toelatingsbeleid en toelichten wat dit betekent voor migranten, zoals kennismigranten en illegalen (toepassen, begrijpen).
• Je kunt het begrip volgmigratie uitleggen en bespreken welke gevolgen dat heeft voor het aantal nieuwkomers in Nederland (begrijpen, analyseren).

Slide 34 - Tekstslide