21-09 gebiedende wijs

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

De gebiedende wijs

Wat valt je op aan onderstaande tekst?

Let op! 

Loop naar je tafel!

Ga op je stoel zitten.

Pak je boek. Sla je boek open op bladzijde 5.

Gebiedende wijs

1. De zin begint met een werkwoord

2. Het werkwoord staat in de ik-vorm

3. Er is geen onderwerp in de zin

Zet de volgende zin in gebiedende wijs:

Mijn moeder vraagt of ik naar school wil lopen

1. Ik loop naar school.
2. Ik liep naar school.
3. Loop naar school.
4. Loop jij naar school?

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

Juf vraagt de kinderen om hun boek open te doen op bladzijde 17.

1. Kinderen, we gaan beginnen op blz. 17.
2. Ik begin met de les op blz. 17.
3. Ik wil graag dat jullie blz. 17 voor je pakken.
4. Doe je boek open op blz. 17.

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Ik kijk naar de televisie.
2. Ga naar de bakker.
3. Op school werken we hard.
4. Mijn moeder zegt wat ik moet doen.

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.

1. Ga weg.
2. Ik wil dat niet.
3. Houd je mond dicht.
4. Luisteren doet groep 5 altijd heel goed.

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.

1. Schuif je stoel aan.
2. Zoek het uit.
3. Ik loop naar de maan.
4. Waar staat de doos?

Schrijf nu zelf een zin in de gebiedende wijs!

Disk oefenen

Kijkopdracht bij DISK

Je gaat een ontwerp voor een robot maken.

1 Denk eerst na over de volgende vragen:

Hoe ziet de robot eruit?

Wat kan hij doen?

Wat kan hij begrijpen?

Wat kan hij zeggen?

2 Maak een tekening van de robot.

3 Maak een tekst bij de tekening. Gebruik de vragen van 1.

Instructies voor je robot

Je gaat instructies geven aan je robot.

1 Bedenk tien korte instructies voor je robot. Schrijf ze op.

Wat moet je robot doen? Iets pakken, iets geven aan iemand?

2 Geef instructies aan je robot. Een andere leerling is je robot.

Wissel van rol. Je bent nu zelf de robot.

3 Bespreek de opdracht na.

Heeft de robot de opdracht goed uitgevoerd? Wat ging goed en wat niet?

Voorbeelden:

Loop rechtdoor.

Ga linksaf / rechtsaf.

Sta stil.

Doe de deur open.

Doe je arm omhoog.

Naar boven

 

create.kahoot.it