Afsluitende quiz

Afsluitende quiz
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

Wat heb jij geleerd over het onderwerp? Test je kennis in de quiz!

Onderdelen in deze les

Afsluitende quiz

Slide 1 - Tekstslide

Uw leerlingen doen mee met hun eigen device
  • Vink links onderaan uw scherm Devices in de klas aan.
  • Klik op Deel scherm om het scherm op het digibord te delen met uw leerlingen.
  • Uw leerlingen gaan naar lessonup.app en voeren hun naam in. Daarna voeren zij de viercijferige toegangscode in die links onderaan uw scherm staat. U ziet links onderaan uw scherm hoeveel leerlingen er meedoen.
  • Uw leerlingen geven via hun eigen device antwoord op de vragen. U ziet hoeveel leerlingen de vragen juist beantwoord hebben. Uw leerlingen krijgen op hun eigen device directe feedback, zoals ‘Yes, goed gedaan!’ of ‘Helaas ...’
  • Wilt u de tussenstand die tussendoor in beeld komt aan- of uitzetten? Klik dan (bij de eerste slide) op leerlingen links onderaan uw pagina en zet het vinkje bij Toon tussenstand aan of uit.
Het wisbordje of kladblaadje 
Uw leerlingen lezen de vraag en schrijven op hun wisbordje of kladblaadje hun antwoord op de vraag (A, B, C of D). Op uw teken houden de leerlingen hun wisbordje of kladblaadje in de lucht. Hoeveel hebben uw leerlingen onthouden van de afgelopen lessen?
Wat hebben jullie geleerd over het onderwerp van deze week?
Doe de quiz!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Wij dragen miljoenen bacteriën met ons mee.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Er bestaan alleen slechte bacteriën.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
1. Een bacterie heeft een eigen stofwisseling.
2. Een virus heeft een eigen stofwisseling.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
Zin 1 en 2 zijn WAAR.
B
Zin 1 is WAAR. Zin 2 is NIET WAAR.
C
Zin 1 is NIET WAAR. Zin 2 is WAAR.
D
Zin 1 en 2 zijn NIET WAAR.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat is een goede manier om de verspreiding van bacteriën tegen te gaan?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
Door minimaal 30 keer per dag je handen met zeep te wassen.
B
Door na het poepen en plassen en voor het eten je handen met zeep te wassen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat is GEEN voorbeeld van een bacterie?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
blaasontsteking
B
keelontsteking
C
griep
D
krentenbaard

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Een virus kan zichzelf niet in leven houden. Hoe overleeft hij dan wel?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
Hij zoekt een bacterie op. De bacterie kan zich nestelen in een cel. De cel gaat zichzelf vervolgens delen, waardoor het virus zich verspreidt.
B
Hij zoekt een levende cel op die hij overneemt. Hij zorgt ervoor dat de cel nieuwe virussen gaat maken, die zich weer kunnen verspreiden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Virussen kunnen zich verspreiden door hoesten en niezen.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Welke woord past het best op de puntjes?
Je kunt virussen het best tegenhouden door in je mouw of ... te niezen.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
handen
B
zakdoek
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Sam zegt: 'Dat vloerkleed moet de prullenbak in. Er kunnen wel een miljoen virussen op zitten!' 
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
Sam heeft gelijk. Dit kan inderdaad zo zijn. Dan kun je het kleed maar beter weggooien.
B
Sam heeft geen gelijk. Hij bedoelt waarschijnlijk bacteriën in plaats van virussen. Virussen kunnen namelijk niet overleven zonder een levende cel (van bijvoorbeeld een mens of dier).
C
Sam heeft geen gelijk. Er kunnen geen bacteriën en virussen op een vloerkleed zitten. Bacteriën en virussen leven alleen in mensen en dieren.
D
Sam heeft gelijk. Vloerkleden zijn hartstikke ouderwets. Die kun je maar beter weggooien!

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Antibiotica werkt goed tegen virussen.
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat is GEEN voorbeeld van een virus?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
koortslip
B
diarree
C
verkoudheid
D
griep

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Hoe noem je het verdedingssysteem in je lichaam dat ervoor zorgt dat je niet ziek wordt of dat je probeert snel beter te maken?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
de ziekte van Pfeiffer
B
het immuunsysteem
C
inentingen
D
vaccinaties

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
Wat is NIET WAAR?
Wat weet jij nog over het onderwerp van deze week?Test je kennis!
A
Ons immuunsysteem onthoudt het als hij al eerder tegen een indringer heeft gevochten. Dan kan hij de volgende keer snel aanvallen, waardoor je niet nog eens ziek wordt.
B
Als je een vaccinatie krijgt, dan krijg je kleine deeltjes van een ziekmaker ingespoten. Daardoor leert je immuunsysteem om tegen deze ziekmaker te vechten en wordt je afweer opgebouwd.
C
Je kunt je immuunsysteem niet versterken. Je wordt er namelijk mee geboren. Als je niet zoveel afweer hebt, dan is de kans dat je ziek wordt dus groter. Daar doe je niks aan!
D
Als ons immuunsysteem een ziekmaker zoals een virus of een bacterie tegenkomt die er niet hoort, dan gaan antistoffen eropaf om de infectie op te ruimen. Dat merken we vaak niet eens!

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

              Tot de volgende keer!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies