Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Filmpje
Theorie
Quiz
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Engelse werkwoorden
Filmpje
Theorie
Quiz
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welke werkwoordspellingsregels gebruik je bij Engelse werkwoorden?
A
De 'normale' Nederlandse
B
De Engelse
Slide 8 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 9 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 10 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 11 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd
Slide 12 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 13 - Quizvraag
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.
Slide 14 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 15 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
A
Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden
B
De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam
C
Ik-vorm ik pass hij-vorm hij passt
D
ik-vorm ik skate verleden tijd skatete
Slide 16 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 17 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 18 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 19 - Quizvraag
Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.
Slide 20 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletete
B
delet
C
deletet
D
delete
Slide 21 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij ... (timen - vt).
A
Hij timde.
B
Hij timdde.
C
Hij timete.
D
Hij timede.
Slide 22 - Quizvraag
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Hij gamed de hele dag.
B
Hij gamet de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.
Slide 23 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 24 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 25 - Quizvraag
Aan de slag
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
Juni 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
December 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
April 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
12 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.2 Engelse werkwoorden
September 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
Juni 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2, Spelling H2: Engelse werkwoorden
September 2024
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
21 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2