les 7 periode 6 vermenigvuldigen

Rekendidactiek
Vermenigvuldigen ( herhaling ) 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
rekendidactiekMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekendidactiek
Vermenigvuldigen ( herhaling ) 

Slide 1 - Tekstslide

Om te kunnen vermenigvuldigen

Moet je de tafels kennen (en snel)

Slide 2 - Tekstslide

8 x 7
timer
0:10
A
58
B
47
C
65
D
56

Slide 3 - Quizvraag

9 x 6
timer
0:10
A
34
B
36
C
54
D
48

Slide 4 - Quizvraag

3 x 7
timer
0:10
A
28
B
14
C
21
D
23

Slide 5 - Quizvraag

8 x 8
timer
0:10
A
36
B
64
C
92
D
88

Slide 6 - Quizvraag

7 x 4
timer
0:10
A
21
B
28
C
32
D
47

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zet de 4 fasen in het leerproces van de tafels van vermenigvuldigen in de juiste volgorde  
1
2
3
4
Reproductiefase
Begripsvormende fase
Consolidatiefase
Reconstructiefase

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

wanneer is er spraken van tweelingkeersommen

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van buurvermenigvuldigingen

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Kolomgewijs hoe was het ookalweer

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Lotte heeft twee getallen onder de 10 in gedachten. Als ze deze vermenigvuldigt, krijgt ze 21
Wat krijgt Lotte als ze deze getallen optelt?

Slide 32 - Open vraag

Jos zegt:
Als ik 7 x 400 bereken, doe ik eerst
7 x 4
en daarna zet ik er 2 nullen achter
Klopt het wat hij doet?

Slide 33 - Open vraag

hoeveel is 5 x 8000
A
4000
B
400000
C
40000
D
400

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel is 400 x 800
A
23000
B
32000
C
2400000
D
320000

Slide 35 - Quizvraag

Bij 8 x 49 kun je een schatting maken van het antwoord. Hoe doe je dit en wat is het antwoord?

Slide 36 - Open vraag

Welk getal komt op de plaats van het vraagteken?
23 - 17 + 1 x 5 = ?
A
6
B
11
C
5
D
35

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide