Werkwoordspelling td en vd (3.9 en 4.9) les 5, 6 en 7

Welkom!

Leg alvast klaar:
  • leerwerkboek deel A, schrift, pen
  • leesboek 
  • iPad (dicht)
Les 5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg alvast klaar:
  • leerwerkboek deel A, schrift, pen
  • leesboek 
  • iPad (dicht)
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen gebiedende wijs (2.9)
  • Uitleg werkwoordenspelling 3.9
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling
persoonsvorm tt en vt (1.9), voltooid deelwoord (3.9)
> Nieuw:
- Gebiedende wijs (2.9)
- Tegenwoordig deelwoord (3.9)
- Voltooid en tegenwoordig deelwoord: bijvoeglijk (4.9)
- Engelse werkwoorden (5.9)




Slide 4 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Wanneer gebruik je het?


Hoe schrijf je het?
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Gebiedende wijs (p. 146)
Wanneer gebruik je het?
Bevel, advies, opdracht/instructie, waarschuwing, verbod.

Hoe schrijf je het?
Ik-vorm van het werkwoord.
De zin begint met het werkwoord en heeft meestal geen onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (p. 217)
Begint vaak met ge, be, ver, her.
Staat bijna altijd een hww bij: hebben, zijn of worden.
  • Hij is naar school gefietst. / Hij krijgt een pakket thuisbezorgd. / Hij bleef verdacht.
  • Maak het langer om te horen hoe je het schrijft.
  • Gebruik anders 't Kofschip-X/ taxi kofschip

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord






Lastig? Oefen met de werkwoordspelling in de online methode.

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord (p 218)
Deze gebruik je om aan te geven dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet. Schrijven: hele werkwoord + d.
  • Terwijl ze lachte, liep ze het lokaal binnen.
  • Lachend liep ze het lokaal binnen.
  • Terwijl ze huilden, sloten ze elkaar in de armen.
  • De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld zin 1b. van 3.9 (p. 216)
Experts hebben, (vooruitkijken) ............. naar de toekomst, ons

onderwijs (beoordelen) ........... en (fronsen) ................ 

(concluderen) ..................................... dat

de kennissamenleving om ander onderwijs vraagt.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld zin 1b. van 3.9 (p. 216)
Experts hebben, terwijl ze vooruitkijken naar de toekomst, ons

onderwijs beoordeeld en terwijl ze fronsen geconcludeerd dat

de kennissamenleving om ander onderwijs vraagt.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld zin 1b. van 3.9 (p. 216)
Experts hebben, vooruitkijkend naar de toekomst, ons

onderwijs beoordeeld en fronsend geconcludeerd dat

de kennissamenleving om ander onderwijs vraagt.

Slide 12 - Tekstslide

Werkmoment
  • Van 3.9 digitaal opdrachten: 1, 4, 5 en 10.
  • Opdrachten rood? Vraag mij te resetten en doe ze opnieuw.




Slide 13 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les verder met voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord, bijvoeglijk gebruikt.

Neem je leerwerkboek deel B ook mee.

Slide 14 - Tekstslide

Welkom!

Leg alvast klaar:
  • leerwerkboek deel A en B, schrift, pen
  • leesboek 
  • iPad (dicht)
Les 6

Slide 15 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen td en vd
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 17 - Tekstslide

Waar zit de fout?
Een half jaar lang hebben zij Messi gevolgt.

Tiktokkers heb je in alle soorten en maten, variërent van tieners tot senioren.

Ze hebben hele mooie belevenissen beleeft en vertelt. 

timer
1:30

Slide 18 - Tekstslide

Waar zit de fout?
Een half jaar lang hebben zij Messi gevolgt.=> gevolgd

Tiktokkers heb je in alle soorten en maten, variërent van tieners tot senioren.                                                           => variëren

Ze hebben hele mooie verhalen beleeft en vertelt. 
                                                                        => beleefd en verteld

Slide 19 - Tekstslide

Benoem de ww: pv, vd of td
De groep thuisblijvers is zeer gevarieerd.

In het lokaal vind je kinderen werkend aan hun tafel.

Mopperend hebben leerlingen hun stoel aangeschoven.
timer
1:30

Slide 20 - Tekstslide

Benoem de ww: pv, vd of td
De groep thuisblijvers is zeer gevarieerd.
                                              pv                      vd
In het lokaal vind je kinderen werkend aan hun tafel.
                              pv                             td
Mopperend hebben leerlingen hun stoel aangeschoven.
              td             pv                                                                vd

Slide 21 - Tekstslide

Werkmoment
  • Van 3.9 digitaal opdrachten: 1, 4, 5 en 10.
  • Opdrachten rood? Vraag mij te resetten en doe ze opnieuw.




Slide 22 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les verder met voltooid deelwoord 
en tegenwoordig deelwoord.

Neem je leerwerkboek deel B ook mee.
Vanaf derde les deze week.

Slide 23 - Tekstslide

Welkom!

Leg alvast klaar:
  • leerwerkboek deel A en B, schrift, pen
  • leesboek 
  • iPad (dicht)
Les 7

Slide 24 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen td, vd en bn.
  • Uitleg 4.9 bijvoeglijk gebruikt
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 26 - Tekstslide

vd, td en bn 
vd: voltooid deelwoord, hulpwerkwoord en voltooid deelwoord
het geeft aan dat een handeling voltooid is / afgerond
Hij heeft gelopen, zij heeft gepraat.

td: tegenwoordig deelwoord, hele werkwoord + d
het geeft aan dat een handeling bezig is: pratend, lopend

bn: zegt iets over een zelfstandig naamwoord. De rode auto.

Slide 27 - Tekstslide

VD en TD als BN (p. 67/68)
  • Schrijf zoals je het hoort.
  • Schrijf het zo kort mogelijk.
  • Volg de regels van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 28 - Tekstslide

Het ei is gebakken.
Het ...... ei.
A
gebakte
B
gebakken
C
gebaken
D
gebakkte

Slide 29 - Quizvraag

De kat is gered.
De ....... kat.
A
geredde
B
gereedde
C
gerede
D
gereden

Slide 30 - Quizvraag

De foto is vergroot.
De ...... foto.
A
vergrootte
B
vergrote
C
vergroten
D
vergrootten

Slide 31 - Quizvraag

De meisjes zijn aan het kletsen.
De ...... meisjes.
A
kletsend
B
kletsende
C
kletzend
D
kletzende

Slide 32 - Quizvraag

We zijn de jasjes aan het passen.
Deze gele is een ....... jasje.
A
passende
B
passend
C
pasend
D
gepast

Slide 33 - Quizvraag

Werkmoment
  • Van 3.9 digitaal opdrachten: 1, 4, 5 en 10.
  • Van 4.9: 1-1, 4, 5 en 6.
  • Opdrachten rood? Vraag mij te resetten en doe ze opnieuw.




Slide 34 - Tekstslide

Vooruitblik

Volgende week verder met 5.9 Engelse werkwoorden.

Neem je leerwerkboek deel B ook mee.

Slide 35 - Tekstslide