Les 3 store challenge

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het assortiment?
A
Alle producten die een winkel verkoopt
B
Alle producten die een winkel niet verkoopt
C
Alle producten die iets met elkaar te maken hebben

Slide 9 - Quizvraag

Het randassortiment van de AH is dierenvoeding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een randassortiment?
A
Producten die de klank minimaal verwacht aan te treffen.
B
Producten die de klant niet direct verwacht in de winkel.
C
Artikelen die op het randje staan.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een assortiment?
A
De productenmerken die worden verkocht
B
Producten die je overal kan kopen
C
Producten die een bedrijf verkoopt
D
Een naam voor reclame artikelen

Slide 12 - Quizvraag

Kernassortiment zijn ...............
A
de producten die het meest worden verkocht
B
de producten die het minst worden verkocht

Slide 13 - Quizvraag

Een kledingwinkel verkoopt ook sieraden. De sieraden horen bij het:
A
Randassortiment
B
Kernassortiment

Slide 14 - Quizvraag

Van Haren verkoopt tassen
A
Kernassortiment
B
Randassortiment

Slide 15 - Quizvraag

Primera verkoopt boeken
A
Kernassortiment
B
Randassortiment

Slide 16 - Quizvraag

Intertoys verkoopt speelgoed
A
Kernassortiment
B
Randassortiment

Slide 17 - Quizvraag

Kruidvat verkoopt frisdrank
A
Kernassortiment
B
Randassortiment

Slide 18 - Quizvraag

Primark verkoopt kleding
A
Kernassortiment
B
Randassortiment

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekent een diep assortiment?
A
Veel producten binnen 1 productgroep.
B
Weinig producten binnen 1 productgroep.

Slide 29 - Quizvraag

Een winkel gespecialiseerd in racefietsen is een voorbeeld van een
A
breed en ondiep assortiment
B
smal en diep assortiment
C
smal en ondiep assortiment
D
breed en diep assortiment

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een diep assortiment?
A
veel productgroepen
B
veel productvarianten
C
alles uit voorraad leverbaar

Slide 31 - Quizvraag

Welke van deze bedrijven heeft een diep assortiment?
A
Hema
B
Domino's
C
Albert Heijn
D
Lidl

Slide 32 - Quizvraag

Een juwelier heeft een......
A
Breed assortiment
B
Smal assortiment

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een ondiep assortiment
A
van elke artikelgroep een paar artikelen
B
van elke artikelgroep veel artikelen
C
artikelgroepen
D
ondiepe schappen

Slide 34 - Quizvraag

Heeft een slager een diep of een ondiep assortiment?
A
Diep
B
Ondiep

Slide 35 - Quizvraag

Albert Heijn heeft een .....
A
Breed assortiment
B
Smal assortiment

Slide 36 - Quizvraag

Een kenmerk van een breed assortiment is
A
veel productgroepen
B
veel productvarianten
C
weinig productgroepen
D
weinig producten

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekend breed assortiment ?
A
veel verschillende producten, maar niet veel variatie
B
weinig producten en en weinig variatie
C
veel producten en veel variatie
D
weinig producten en veel variatie

Slide 38 - Quizvraag

Een jeanswinkel heeft een
A
Breed assortiment
B
ondiep assortiment
C
diep assortiment

Slide 39 - Quizvraag

Bij een breed assortiment zijn er:
A
veel verschillende artikelvariëteiten
B
veel verschillende artikelgroepen
C
weinig verschillende artikelgroepen

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide