In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Conjunctuurbeleid
hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
BBP objectief en subjectief
via de productie via het inkomen
(objectieve methode) (subjectieve methode)
Slide 2 - Tekstslide
Twee manieren om het BBP
uit het model te berekenen
1. Als de optelsom van alle bestedingen
Y = C + I + O + (E - M)
Dit is de bestedingsmethode ook wel de genoemd.
2. Als de optelsom van alle inkomens
Y = C + S + B
Dit is de subjectieve methode ook wel de inkomens methode genoemd.
Slide 3 - Tekstslide
Output gap
Y - Y*
Y = werkelijk BBP
Y* = potentieel BBP
Y < Y * = onderbesteding
Y > Y* = overbesteding
Y=Y* = bestedingsevenwicht
Slide 4 - Tekstslide
Output gap en inflatie
Output gap is indicator van inflatie want:
Positieve output gap in hoogconjunctuur --> risico op inflatie
Negatieve output gap in laagconjunctuur --> weinig inflatie
Hoge bestedingsinflatie vanwege hoge bestedingen
Hoge kosteninflatie vanwege krappe arbeidsmarkt en hogere loonkosten.
Slide 5 - Tekstslide
Keynes: anticyclisch begrotingsbeleid
Het conjunctuurbeleid van de overheid is erop gericht de conjunctuurgolven af te zwakken.
Tijdens laagconjunctuur: gas geven, economie stimuleren
Tijdens hoogconjunctuur: op de rem trappen, economie afremmen
Slide 6 - Tekstslide
ECB
ECB stuurt de inflatie (en oefent invloed uit op de conjunctuur) via het rentebeleid; ie de refi rente.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit hoe de ECB via het monetaire beleid inflatie wil laten dalen?
Slide 8 - Open vraag
Positief en negatief verband 2.12
Bij een negatief verband reageren oorzaak en gevolg tegenovergesteld van elkaar
- en + reageren -
Bij een positief verband reageren oorzaak en gevolg in dezelfde richting
+ en + reageren +
- en - reageren +
Slide 9 - Tekstslide
Begrotingsbeleid
=budgettair beleid
= beleid waarbij de overheid door het variëren van inkomsten (belasting) en uitgaven (van de overheid) probeert de bestedingen te beïnvloeden
Doel conjunctuurbeweging afzwakken.
Slide 10 - Tekstslide
Anticyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding zal de overheid:
- Eigen uitgaven vergroten --> meer vraag --> meer productie nodig --> meer arbeiders nodig --> conjuncturele werkloosheid daalt.
- Belastingen verlagen --> consumenten houden meer inkomen over --> meer vraag --> meer productie --> meer arbeiders --> daling conjuncturele werkloosheid
Slide 11 - Tekstslide
Procyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding (laagconj) zal de overheid soms procyclische handelen als er niet genoeg geld is.
- Belastingen verhogen
- Bezuinigen op eigen uitgaven
Risico is dat ze de laagconjunctuur verergeren.
Slide 12 - Tekstslide
Groei & Stabiliteitspact (EMU)
EMU = Economische & Monetaire Unie (Eurolanden)
Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP
Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP
Slide 13 - Tekstslide
Automatische Stabilisatoren
Automatische stabilisatoren zijn "Mechanismen in de economie die de conjunctuurbeweging automatisch afvlakken".
Er zijn 2 belangrijke vormen van automatische stabilisatoren, namelijk ....
Slide 14 - Tekstslide
Waarom zijn uitkeringen automatische stabilisatoren?
Slide 15 - Open vraag
Automatische Stabilisatoren
Automatische stabilisatoren zijn "Mechanismen in de economie die de conjunctuurbeweging automatisch afvlakken".
Er zijn 2 belangrijke vormen van automatische stabilisatoren, namelijk sociale uitkeringen en progressieve belasting.
Slide 16 - Tekstslide
Inzetbaarheid en effectiviteit
Het tevreden stellen van kiezers bijvoorbeeld vlak voor verkiezingen
Belastingverlagingen leiden niet altijd tot extra uitgaven
Het duurt soms lang voordat wijzigingen doorgevoerd worden