TL/H H2 Taalverzorging grammatica onderwerp

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Ik kan het onderwerp van een zin bepalen

2 manieren om het onderwerp te vinden

Taalverzorging grammatica H2

opdr 1: 1/3/5/7, opdr. 2, opdr. 4

Woord van de week

Wie?

Tonton

Lesdoelen

Ik kan het onderwerp van een zin bepalen

Vorige les

ik-vorm van het werkwoord, en werkwoorden met -d of -t

verlengproef toepassen. 

Iemand hier nog vragen over?

Het onderwerp van een zin

Waarom?

Dit helpt je om beter te schrijven!

Onderwerp vinden

- vaak voor in de zin

- vaak in de buurt van de pv (ze horen bij elkaar!)

2 manieren om te vinden:

1: pv vinden, zinsdelen, dan wie/wat +pv -> OW gevonden

2: pv vinden, zinsdelen, pv van tijd/getal veranderen -> OW verandert mee

Onderwerp vinden manier 1

1. Zoek de werkwoorden in de zin

2. Verdeel de zin in zinsdelen

3. Vraag: wie of wat + pv/alle werkwoorden?

David heeft gisteren de marathon gelopen.

Onderwerp vinden manier 2

1. Zoek de werkwoorden in de zin

2. Verdeel de zin in zinsdelen

3. Verander de tijd/getal van de pv. Het onderwerp verander dan mee.

David heeft gisteren de marathon gelopen.

Onderwerp vinden

1. Zoek de werkwoorden in de zin

2. Zinsdelen

3. Vraag: wie of wat + alle werkwoorden?

David / heeft / gisteren / de marathon / gelopen.

Wie/wat + heeft gelopen? 

David = het onderwerp!

Onderwerp vinden

1. Zoek de werkwoorden in de zin

2. Vraag: wie of wat + alle werkwoorden?

David heeft gisteren de marathon gelopen.

Wie/wat + heeft gelopen? 

Aan het werk

Taalverzorging grammatica H2 blz. 56-57

opdr 1: zin 1/3/5

opdr. 2

opdr. 4

Klaar? Werk laten zien en nakijken met nakijkboek. 

Terugblik

Wat hebben we geleerd?

Wat was lastig?

Wat ging goed?

Vragen?