Le passé composé

1 / 14

Slide 1: Tekstslide

FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Le passé composé

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf de vervoeging van être

Slide 2 - Open vraag

Schrijf de vervoeging van avoir

Slide 3 - Open vraag

Hoe vorm je een passé composé?

être of avoir in de indicatif présent

participe passé

(voltooid deelwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Le participe passé

Règle générale:

Slide 5 - Tekstslide

Le participe passé

Exceptions:

Slide 6 - Tekstslide

Le participe passé d'avoir

avu

aie

avais

Slide 7 - Quizvraag

Le participe passé d'être

étru

étu

suis

été

Slide 8 - Quizvraag

Le participe passé de lire

lis

liré

lit

Slide 9 - Quizvraag

Le participe passé de dire

diré

disé

dit

Slide 10 - Quizvraag

Avoir of être?

Alle andere werkwoorden worden met avoir vervoegd!

Slide 11 - Tekstslide

Niet vergeten!

Slide 12 - Tekstslide

Questions?

Slide 13 - Woordweb

Les exercices

p.278 - 280
p. 282 - 283

Slide 14 - Tekstslide

Le passé composé

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Passé Composé

conjugaison: le choix de l'auxiliaire, les temps simples et composés

P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden

Infinitif ou participe passé

Passé Composé <-> imparfait

Passé composé - avoir être participes négation

Maîtriser le passé composé en français

Révision : le passé composé