Oefenen voor de toets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Oefenen voor het SO

Meerkeuzevraag: Jantje zegt dat de prehistorie eindigt in het jaar nul.
(1p)

A. Jantje heeft gelijk omdat ongeveer 2000 jaar geleden de eerste boeren kwamen 

B. Jantje heeft gelijk omdat we na de prehistorie pas de jaren gingen tellen en opschrijven.

C. Jantje heeft ongelijk want het jaar nul was wanneer Jezus werd geboren en die leefde in de prehistorie

D. Jantje heeft ongelijk omdat de prehistorie eindigt wanneer het schrift werd ontdekt rond 3000 v. Chr.

Vraag 1: Jantje zegt dat de prehistorie eindigt in het jaar nul. (1p)

1. Jantje heeft gelijk omdat ongeveer 2000 jaar geleden de eerste boeren kwamen
2. Jantje heeft gelijk omdat we na de prehistorie pas de jaren gingen tellen en opschrijven.
3. Jantje heeft ongelijk want het jaar nul was wanneer Jezus werd geboren en die leefde in de prehistorie
4. Jantje heeft ongelijk omdat de prehistorie eindigt wanneer het schrift werd ontdekt rond 3000 v. Chr.

Vraag 1: Jantje zegt dat de prehistorie eindigt in het jaar nul.
(1p)

A. Jantje heeft gelijk omdat ongeveer 2000 jaar geleden de eerste boeren kwamen 

B. Jantje heeft gelijk omdat we na de prehistorie pas de jaren gingen tellen en opschrijven.

C. Jantje heeft ongelijk want het jaar nul was wanneer Jezus werd geboren en die leefde in de prehistorie

D. Jantje heeft ongelijk omdat de prehistorie eindigt wanneer het schrift werd ontdekt rond 3000 v. Chr.

Openvraag: Beschrijf hoe de jager-verzamelaars leefden. (3p)

Antwoordmodel:

Nomaden 1p

Kleine groepen 1p

Jagen (mannen) en verzamelen (vrouwen) 1p

Bronvraag: Hoort deze afbeelding bij de jager-verzamelaars of bij de boeren? Noem twee voorbeelden waaraan je dat kan zien. (3p)

Hoort deze afbeelding bij de jager-verzamelaars of bij de boeren? Noem twee voorbeelden waaraan je dat kan zien.

Antwoordmodel:

Hoort bij boeren (1p)

Omdat: twee voorbeelden (beide 1p)

bijv. huizen ipv tenten

bijv. man doet aan landbouw

Vaardighedenvraag

Geef aan of de bron geschreven of ongeschreven zijn EN geef aan of het een primaire of secundaire bron is. (3p)

1. Dagboek van Koning Willem I

2. Grotschildering van Chauvet

3. Potscherven van de eerste boeren

Geef aan of de bron geschreven of ongeschreven zijn EN geef aan of het een primaire of secundaire bron is.
1. Dagboek van Koning Willem I
2. Grotschildering van Chauvet
3. Potscherven van de eerste boeren

Antwoordmodel:

1. Primair, geschreven (1p)

2. Primair, ongeschreven (1p)

3. Primair, ongeschreven (1p)

Begrippenvraag: Welke begrip moet in het midden staan? (1p)

Begrippenvraag: Welk begrip moet in het midden staan? (1p)

Antwoordmodel:

A. Evolutietheorie (1p)

Chronologievraag

Zet in de juiste volgorde

A. Grottekening van Chauvet  

B. IJstijd afgelopen, landbouw ontdekt

C. Homo sapiens voor het eerst in Europa

D. Neanderthaler uitgestorven

A. Grottekening van Chauvet
B. IJstijd afgelopen, landbouw ontdekt
C. Homo sapiens voor het eerst in Europa
D. Neanderthaler uitgestorven

Antwoordmodel: 

C,A,D,B (2p)

Nu kan je verder werken aan het voorbereiden voor het SO.