A2 Les 12. GROTER

A2 Les 12. GROTER
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

A2 Les 12. GROTER

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hoe gaat het? 
  • Huiswerk: 1.14 oefeningen, blauwe woorden en 3 zinnen.  
  • Liedje "Nieuwe Buren"
  • 1.15 Klein, kleiner - Groot, groter
  • - Oefeningen alleen en samen 
  • - Dictee 
  • Klank van de week: U
  •   
 
   Lesplanning
   23 september 2024
  PAUZE
Welkom terug Janier en Jennifer!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • 1.14 oefeningen op pagina 38
  • 1.14 blauwe woorden 
  • 3 zinnen zelf maken
Huiswerk
  • Vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blauwe woorden 1.15
  • boos, boze 
  • het gesprek 
  • last hebben van 
  • moe  
  • passen op 
  • de uitnodiging 
  • vieren  
  • de gast
  • hard, harde
  • de leeftijd
  • overmorgen 
  • stil, stille 
  • de verjaardag
  • zachter 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn
bijvoeglijk
naamwoorden ???

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Deze woorden geven informatie.
  • Je noemt deze woorden:
Bijvoeglijk
naamwoorden
de warme zon
de rode bloem
het lekkere ijsje

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.15 Klein, kleiner - Groot, groter 
Vergelijken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit filmpje leer je vergelijken
Filmpje!
Kijk naar het filmpje van 120. 

Slide 8 - Tekstslide

Op de volgende dia staat een plattegrond. Er staan cijfers op bepaalde plekken. Geef een beschrijving van de route naar een van de cijfers. Na het horen van de beschrijving moeten ze zeggen waar ze zijn op de kaart. 

De route begint bij de X.
1.15 klein, kleiner - groot, groter
Als je mensen of dingen wilt vergelijken, zet je meestal 
achter het woord:

klein - kleiner
groot - groter
dik - dikker
mooi - mooier 
-ER

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je met woorden die op een eindigen?

Deze woorden krijgen                    achter het woord:

lekker - lekkerder
duur - duurder
zwaar - zwaarder

-DER

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  Doua is ouder dan Selam.
  Liesbeth is langer dan Saar
  Mijn auto is goedkoper dan  jouw auto. 



Wanneer je twee mensen of dingen wilt vergelijken -->
DAN

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Deze boeken zijn even dik.
De kinderen zijn even groot. 
De broers zijn even lang.
Wanneer er geen verschil is tussen twee mensen of dingen -->
EVEN

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Er zijn ook onregelmatige woorden:

   




Deze woorden moet je dus uit je hoofd leren!

graag - liever
goed - beter
veel - meer
weinig - minder

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is weg?
De groene jurk is mooi, maar de zwarte jurk is ________.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is weg?
De tafel is zwaar, maar de kast is ______.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is weg?
James is ______ (groot) dan Blazej.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is weg?
Taha praat graag, maar speelt _____ cricket.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is weg? De kast bij Leen Bakker kost het zelfde als bij Ikea. Ze zijn .... duur.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf maken: 108, 109, 111, 112, 113, 116, 118
Klaar?
114 Werkblad 1.14a: samen
115 Werkblad 1.14b: samen
117 Praat samen
119 Praat samen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 97 
Wat betekent klemtoon ook al weer?
      Pagina 37

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelf zinnen maken
Gebruik een vergelijking en het woordje dan.
Bijvoorbeeld: mijn pen - jouw pen
Mijn pen is groter dan jouw pen. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mijn telefoon - jouw telefoon

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

mijn land - jouw land

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

mannen - vrouwen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

koekjes - fruit

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

?
korte klank
De klank van de week
De klank van de week

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies