Fase 2: lidwoorden 3.2

AVO Engels
Lidwoorden - Articles
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

AVO Engels
Lidwoorden - Articles

Slide 1 - Tekstslide

Recap last week! What is the correct grammar rule of word order?
A
1.ww. 2.plaats 3.tijd 4.lijdend voorwerp 5.onderwerp
B
1.onderwerp 2.ww. 3.lijdend voorwerp 4.plaats 5.tijd
C
1. onderwerp 2.ww.3.lijdend voorwerp 4.tijd 5.plaats

Slide 2 - Quizvraag

to the bank
every Friday at six
together
go
we

Slide 3 - Sleepvraag

Articles - Lidwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Articles
Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the.
Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an.

Slide 5 - Tekstslide

Articles        A / AN
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker.
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker.
a pet              a teacher            a bike
a car              a door                  a room
an ear           an investigation         an officer
an apple      an answer                     an English man

Slide 6 - Tekstslide

Articles        A / AN
Let op! Deze keuze hangt niet alleen af van of je dit schrijft, maar ook of dat je het hoort.
an hour (je hoort our)
a university (je hoort juniversity)
an M&M (je hoort em&em)

Slide 7 - Tekstslide

A / AN 
Articles        A / AN
moet je gebruiken bij...
- een beroep dat meerdere mensen doen;
She is a teacher.

- nationaliteiten en religies;
He is an English man.
She is a Christian.

Slide 8 - Tekstslide

A / AN 
Articles        A / AN
moet je NIET gebruiken bij...
een beroep / positie dat maar één persoon kan uitvoeren.
She is Queen of England. She is the Queen of England
Trump was president of the USA. He was the president...

Slide 9 - Tekstslide

A / AN 
Articles        A / AN
gebruik je sowieso NOOIT bij ...
MEERVOUDEN!

Slide 10 - Tekstslide

THE 
Articles        THE
moet je gebruiken als je specifiek verwijst naar...
- een bepaald gebouw;
Yesterday I had to go to the hospital in Almelo. 

- een bepaald moment of jaar;
I was born in the year 2000.

Slide 11 - Tekstslide

THE 
moet je gebruiken als je specifiek verwijst naar...
- een maaltijd;
The lunch we had was amazing!

- een muziek instrument.
I play the piano.
Let op! Dus niet bij sporten.
Articles        THE

Slide 12 - Tekstslide

Articles
A, AN en THE moet je soms wel gebruiken en soms moet je ze weglaten.

Slide 13 - Tekstslide

Articles        X
Je gebruikt geen lidwoord als je ...
- (samenstellingen met) continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren
Nigeria is a country in Africa
Let's take the bus to Oxford Street.
- tenzij de naam een lidwoord bevat
The Netherlands

Slide 14 - Tekstslide

Which one?
"We bought some cheese and ham. ... cheese was delicious."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 15 - Quizvraag

Which one?
"Experts say that ... coffee can be good for your health."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 16 - Quizvraag

Which one?
"He is ... engineer."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 17 - Quizvraag

Which one?
"... president visited our school."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 18 - Quizvraag

Which one?
"We left school ... hour ago."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 19 - Quizvraag


Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja! Ik kan zelfstandig aan de slag.
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 20 - Quizvraag

THE - A - AN - X
Work on your own
Go to MS Teams > REN2_ > Bestanden > Lesmateriaal > Engels > Blok 3 > Lesson 3.2; articles

Do the exercises. If you have any questions, you can call the teacher. 

Time: 15 minutes
Return to MS Teams when the time is up.


Slide 21 - Tekstslide

THE - A - AN - X
Let's check your answers


Send your answers to Lesson Up




Slide 22 - Tekstslide

AN
A
THE
X
union
Dublin Airport
Bus
Oxford street
X-ray
... Night is quiet.
That is .... girl I told you about. 
I do not like .... basketball.
About a 100 people came to .... festival
Hour

Slide 23 - Sleepvraag