4.8 Spelling

Ken je 't kofschip nog / al?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ken je 't kofschip nog / al?

Slide 1 - Tekstslide

4.8 Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Woordweb

En wat weet je nog over zelfstandige naamwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Lesdoelen
  •  Je kunt zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

  • Je weet hoe je het meervoud op -s van een zelfstandig naamwoord spelt.

  • Je leert acht dicteewoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Welk werkwoord is niet zwak?
A
botsen
B
vliegen
C
varen
D
staren

Slide 6 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden (wel)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:
Je kijkt naar de stam;
Zit de laatste letter in x 't kofschip? +te(n)


enkelvoud
stam + -te
ik/jij/hij/zij
lustte, fietste
meervoud
stam + -ten
wij/jullie/zij
lustten, fietsten

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden (niet)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:
Je kijkt naar de stam;
Zit de laatste letter NIET in x 't kofschip? +de(n)


enkelvoud
stam + -de
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
meervoud
stam + -den
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden

Slide 11 - Tekstslide

Zet in het werkwoord in de vt:
Ik duw haar.

Slide 12 - Open vraag

Zet het werkwoord in de vt:
Mijn ouders wekken mij in de ochtend.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Zelfstandig naamwoord
Meervoud op -S

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk
4.8 Spelling

Bladzijde 52 t/m 57

Opdracht 1 t/m 11


Slide 19 - Tekstslide