HC6_EXC_pathologie_lever_pancreas

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ParaveterinairMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Hoe gaat het vandaag met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Symptomen lever- en pancreasaandoeningen

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide


Welke stof veroorzaakt de gele kleur van de slijmvliezen bij icterus?
A
Ureum
B
Bilirubine
C
Galzouten
D
Cholesterol

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Welke beweringen zijn waar?
1. Bij zowel acute als chronische hepatitis ontstaat koorts.
2. Levercirrose is een gevolg van acute pancreatitis.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


Welke beweringen zijn waar?
1. Bij levershunt loopt een extra verbinding tussen de poortader en de aorta.
2. Leververvetting komt vooral voor bij katten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 20 - Quizvraag


Welke enzymen worden door de pancreas geproduceerd?
A
Pepsine, amylase en lipase
B
Maltase, peptidase en amylase
C
Trypsine, amylase en lipase
D
Pepsine, sucrase en lipase

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Welke beweringen zijn waar?
1. Zymoral moet bij iedere maaltijd worden toegediend.
2. Bij pancreatitis worden NSAID's voorgeschreven.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide


Vragen?
Wat vind je moeilijk of onduidelijk? Waar heb je nog vragen over? Heb je nog opmerkingen?

Slide 32 - Open vraag