week 3 neurologie

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Wat betekent afasie?
A
Moeilijk handelingen uit kunnen voeren
B
niet goed meer kunnen spreken, lezen en verminderd taalbegrip
C
Kent functie gebruikersvoorwerp niet meer
D
Ernstige vergeetachtigheid

Slide 2 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van apraxie?

A
Niet meer weten hoe je moet lopen
B
Verlies van zindelijkheid
C
Vergeten hoe de koffie gezet moet worden
D
Het constante gebruik van scheldwoorden tijdens het communiceren

Slide 3 - Quizvraag

wat is een voorbeeld een afasie?
A
Hakkelen tijdens het vertellen van een verhaal
B
Agressief taalgebruik tijdens het communiceren
C
Termen uit andere, vroeger geleerde talen door de zinnen verwerken

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van agnosie?
A
Het niet meer herkennen van eigen kinderen
B
Niet meer goed kunnen lopen
C
Het proces van de ogen, waardoor je langzaam blind wordt

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog over Parkinson?

Slide 7 - Open vraag

Wat is er mis met prikkeloverdrachtsstoffen bij de ziekte van Parkinson?
A
Er is te weinig adrenaline
B
sensorische prikkels worden niet goed opgevangen
C
Er is teveel motorische prikkel overdracht
D
Er is te weinig dopamine

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer wordt het beven bij de ziekte van Parkinson erger?
A
Het wordt erger als de cliënt gespannen is
B
Het wordt erger op het moment dat de cliënt iets vastpakt.
C
Als het buiten kouder is
D
Als het aan 1 kant van het lichaam begint.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is meestal het verloop van de ziekte van Parkinson?
A
Met betere en slechtere periodes, afhankelijk van het jaargetijde
B
Een acuut begin en daarna in principe niet meer erger
C
Chronisch en progressief
D
Het begint vrij plotseling,verdwijnt weer en komt jaren later terug.

Slide 10 - Quizvraag

Parkinson
Bepaa

Slide 11 - Tekstslide

Parkinson VS Parkinsonisme

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat wordt bedoeld met
Parkinsonisme ?

Slide 14 - Open vraag

Wat kun je doen als je iemand lopend begeleid met de ziekte van Parkinson?
A
Een ritme aangeven.
B
Alle lichten uit doen.
C
Parkinson patiënten lopen niet mee.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is rigiditeit?
A
Stijfheid van spieren en ledematen
B
Trillen en beven
C
Overmatige speekselproductie
D
Start/stop problemen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke hersenletsel ken je? of heb je ervaring mee?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Horen deze verschijnselen bij dementie?
trillende handen, armen en benen
niet meer weten hoe je jezelf moet aankleden
famillieleden niet meer herkennen
hyperactief zijn
WEL
NIET
WEL
NIET
WEL
NIET
WEL
NIET

Slide 28 - Sleepvraag