negatieve getallen 2.3 en rekenvolgorde 2.5

Herhalen
2.1 tm 2.3
daarna 2.5 = rekenvolgorde
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Herhalen
2.1 tm 2.3
daarna 2.5 = rekenvolgorde

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
* eerst herhalen dmv een Quiz
*video kijken over de theorie
* Theorie uitleggen over de Rekenvolgorde
* zelfstandig werken met de theorie

Slide 2 - Tekstslide

41. Het teken < betekent?
A
gelijk aan
B
groter dan
C
kleiner dan
D
weet niet

Slide 3 - Quizvraag

42. Het teken > betekent?
A
gelijk aan
B
groter dan
C
kleiner dan
D
weet niet

Slide 4 - Quizvraag

43. Het teken = betekent?
A
gelijk aan
B
groter dan
C
kleiner dan
D
weet niet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Wat is een Negatief getal
A
een getal onder de 0
B
een getal boven de 0

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer is een getal Negatief
A
als er een - voorstaat
B
als er niets bijstaat

Slide 9 - Quizvraag

-1
is een..
A
positief getal
B
negatief getal

Slide 10 - Quizvraag

0
is...
A
positief
B
negatief
C
niet positief maar ook niet negatief
D
ik weet niet

Slide 11 - Quizvraag

Theorie

Slide 12 - Tekstslide

optellen bij een + getal

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

kijk goed!
en beantwoord de volgende
vragen.

Slide 16 - Tekstslide

welke som is goed?

A
-9 + 4 = -5
B
-5 + 4 = -9

Slide 17 - Quizvraag

welke temperatuur is het
koudst?
A
-9
B
-5

Slide 18 - Quizvraag

stappen naar links zijn MIN sommen
stappen naar rechts zijn PLUS sommen

Slide 19 - Tekstslide

welke temperatuur is het
koudst?
A
-9
B
-5

Slide 20 - Quizvraag

Kijk goed!
.
.
.
- 7 naar 0
welk som moet ik daarbij
bedenken?

Slide 21 - Tekstslide

van - 7 naar 0
welk som moet ik daarbij
bedenken?
A
-7 + 7 = 0
B
-7 - 0 = 0

Slide 22 - Quizvraag

van 0 naar -5
welk som moet je erbij bedenken?

Slide 23 - Tekstslide

van 0 naar -5
welk som moet ik daarbij
bedenken?
A
0 + 5 = -5
B
0 - 5 = -5

Slide 24 - Quizvraag

van 10 naar -5
welk som moet je erbij bedenken?

Slide 25 - Tekstslide

van 10 naar -5
welk som moet ik daarbij
bedenken?
A
10 + 5 = -5
B
10 - 15 = -5

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide