Lezen Blok 5 BBL/ KBL Leerjaar 2

Lezen Blok 5 BBL/KBL
Doelen: 
  • Je herkent overtuigende teksten
  • Je kunt feiten en meningen onderscheiden
  • Je kunt uitleggen of je het met een schrijver eens bent
  • Je kent manieren voor een inleiding en een slot

KBL
  • Je kunt verschillen zien tussen verschillende teksten over hetzelfde onderwerp
  • Je let op signaalwoorden om een tekst beter te begrijpen
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen
  • Je kunt een samenvatting maken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen Blok 5 BBL/KBL
Doelen: 
  • Je herkent overtuigende teksten
  • Je kunt feiten en meningen onderscheiden
  • Je kunt uitleggen of je het met een schrijver eens bent
  • Je kent manieren voor een inleiding en een slot

KBL
  • Je kunt verschillen zien tussen verschillende teksten over hetzelfde onderwerp
  • Je let op signaalwoorden om een tekst beter te begrijpen
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen
  • Je kunt een samenvatting maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Is de stelling waar?

Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Is de stelling waar?

Je kunt een feit niet controleren.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Is de stelling waar?

Je kunt de waarheid controleren door in de krant te kijken of internet te zoeken.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Is de stelling waar?

Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Is de stelling waar?

Een mening of standpunt kun je het alleen oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Is de stelling waar?

Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Is de stelling waar?
Je gebruikt argumenten om je mening aan te vallen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Is de stelling waar?
Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Feit of mening:

Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quizvraag

Feit of mening:

Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening:

Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
BBL: Ga aan de slag met het digitaal lesmateriaal Lezen Blok 5

KBL: Jullie doen nog even mee

Slide 14 - Tekstslide

Signaalwoorden 
Stukje herhaling van vorige week: 

Signaalwoorden laten het verband zien tussen alinea's, zinnen en zinsdelen. 

Ze geven aan of er een OPSOMMING, een TEGENSTELLING of een REDEN komt. 


Slide 15 - Tekstslide

Welke signaalwoorden weet je nog?
Denk aan de sleepvraag van vorige les.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten die klaarstaan in het digitaal lesmateriaal, Lezen Blok 5

Klaar? 
  • Alles af van de vorige les? 
  • Bijspijkeren of opstromen Lezen Blok 5

Slide 18 - Tekstslide