6.3 Eten of gegeten worden

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

H6 Je groene omgeving

Deze les: 

- Kennis check §6.1 + §6.2

- §6.2 Biotoop onder de loep

- Escaperoom H6

- Afronden + inleveren PO

Korte check

Even de kennis opfrissen!

Welke cel heeft geen celkern?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?

1. Als ze op elkaar lijken
2. Als ze zich onderling kunnen voortplanten
3. Als ze op elkaar lijken en zich onderling kunnen voortplanten
4. Als ze zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

De latijnse naam van de ijsbeer is Ursus maritimus.
Wat is de geslachtsnaam?

1. Ursus
2. maritimus
3. Ursus maritimus
4. timus

Sciurus vulgaris en Scurius carolinensis zijn beiden eekhoorns.
a. Behoren ze tot dezelfde soort?
b. wat geeft de eerste naam aan?

1. ja; geslachtsnaam
2. nee; geslachtsnaam
3. ja; soortaanduiding
4. nee; soortaanduiding

Wat is biodiversiteit?

1. het aantal oorspronkelijke plantensoorten
2. het aantal oorspronkelijke diersoorten
3. de variatie aan soorten in de natuur
4. het verdwijnen van soorten in de natuur

Wat zijn abiotische factoren?

1. studie van relaties tussen organismen en hun milieu
2. invloeden van de levende natuur
3. invloeden van de levenloze natuur
4. leefomgeving van een organisme

Hieronder staan vier beweringen.
Welke bewering is juist?

1. Een habitat bestaat uit verschillende biosferen
2. Elk habitat heeft zijn eigen abiotische en biotische factoren
3. Een plekje onder een waterlelie is een voorbeeld van een populatie
4. In het habitat van pissebedden komt veel zonlicht.

Wat is de biotoop van een specht?

Wat is een levensgemeenschap?

1. alle organismen die samen in een biotoop leven
2. de plek waar bijv. een familie konijnen woont
3. De plek in bijv. een boom waar een specht leeft
4. een plek waar mensen bij elkaar komen

Leerdoelen 

• Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb. 
• Je kunt uitleggen hoe in een voedselketen het aantal organismen afneemt.
• Je kunt uitleggen waardoor in een voedselketen de hoeveelheid voedsel afneemt.  

Voedsel

Planteneter

• Herbivoor
• Eet planten

Vleeseter

• Carnivoor
• Eet vlees (andere dieren)

Alleseter

• Omnivoor
• Eet planten en vlees

Voedselketen

• Rij organismen die van elkaar leven
• Ieder organisme heet een schakel
• Begint altijd met een plant
• Pijl betekend: wordt gegeten door 

Voedselweb

Meerdere voedselketens bij elkaar 

Aan de slag!

Maak nu opdracht 4, 5, 8, 10, 11 en 12 van §6.3

Piramide van aantallen

Piramide van biomassa

Piramide van biomassa

Heeft altijd een piramide vorm

Er gaat tussen elke schakel energie verloren door afval en verbranding

Piramide van aantallen

1 havik 

100 koolmezen

100.000 rupsen

1 eik

Aan de slag!

Maak opdracht 14 en 15 van §6.3

Leerdoelen 

• Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb. 
• Je kunt uitleggen hoe in een voedselketen het aantal organismen afneemt.
• Je kunt uitleggen waardoor in een voedselketen de hoeveelheid voedsel afneemt.  

Welk dier is geen herbivoor?

1. rups
2. slak
3. chimpansee
4. olifant

a. welke organismen staan altijd onderaan een voedselketen
b. waarom is dat?

Geef een voorbeeld waar de piramide van aantal niet een piramide vorm heeft

Hoe hoger je komt in de piramide van gewicht/biomassa, hoe kleiner de laag is. Waar gaat al dat gewicht/biomassa naartoe?

Escaperoom

Maak teams van drie leerlingen.

Wie kraken als eerst de code?

Huiswerk

- Af 6.3 opdr. 1 t/m 20

- Leren voor de toetsweek!