les 2 2KGT K4 Tiere - uitleg feesttenten regel 2b

Tiere, kijken & luisteren
Je kent de IDEWIS/"feESTTENTEN" ezelsbruggetje voor de persoonsvormen TT in het Duits.





eerste uitleg
uitleg persoonsvormen + film
korte mondelinge herhaling
 


Duits 2c K4 Tiere les 2 FEEST-TENTEN-REGEL
27-02-2024

Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?

zie SOM

zie sheet 6 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Tiere, kijken & luisteren
Je kent de IDEWIS/"feESTTENTEN" ezelsbruggetje voor de persoonsvormen TT in het Duits.





eerste uitleg
uitleg persoonsvormen + film
korte mondelinge herhaling
 


Duits 2c K4 Tiere les 2 FEEST-TENTEN-REGEL
27-02-2024

Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?

zie SOM

zie sheet 6 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opkikkertje                              mondeling: 
  • Kun jij nog vertalen: ik ben, jij bent, hij is, wij zijn, jullie zijn, zij zijn?
  • ich bin, du bist, er/sie/es ist, wir sind, ihr seid, sie/Sie sind
  • De juiste vorm van "haben", die hoort bij: ik?
  • Wat is de stam van een Nederlands werkwoord? bijv. leven
  • Ken jij het regelmaat van de persoonsvormen? ik, jij, ...


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 2 regelmatige werkwoorden - "feesttenten" regel  

2HV K4 Tiere 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IDEWIS + Feesttenten - Regel
Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 
STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)
Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slide 5 - Tekstslide

Slay

AANDE SLAG 
Noteer het IDEWIS - fe-ESTTENTEN ezelsbruggetje op een kladblaadje
Maak dan E blz. 114/115 Ü 18, 19, 20, 21
Daarna: chroomboek: 
https://www.mevrouwduits.nl/2021/06/18/regelmatige-werkwoorden-tegenwoordige-tijd-oefenen/
NAKIJKEN& LATEN ZIEN!


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamm machen von Verben in Deutsch
  • wohnen 
  • reisen
  • leben
  • kommen  (volgende/nächste goed of fout)
  • ich wohnst
  • wir leben
  • ihr reisen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je feesttenten?

Bij een werkwoord bijvoorbeeld spielen,
  • Zoek de stam op, dit doe je door -en van het werkwoord af te halen. Bij spielen is de stam spiel
  • Bij verschillende personen (ich, du, er, wir, ihr, Sie) gebruik je verschillende uitgangen, maar bij een soort persoon altijd dezelfde uitgang.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?
....
Huiswerk:
Maak E blz. 114/115 Ü 18, 19, 20, 21

Slide 9 - Tekstslide

Slay

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen?
A
spielt
B
gespield
C
gespielt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies