Les 3 Periode 2

Welkom
Les 3 (laatste les over het betoog).
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Les 3 (laatste les over het betoog).

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Doelen (2 min)
Instructie (5 min)
Zelfstandig werken (overig deel van de les)

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
* Je weet welke kenmerken een betoog heeft.
* Je kunt een standpunt innemen en deze aannemelijk maken.
* Je kunt een betoog schrijven.
* Je weet hoe je een pakkende inleiding kunt schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Doel;
Aandacht van de lezer trekken.
Onderwerp duidelijk maken
Dit doe je vaak door een anekdote of een voorbeeld (situatieschets). Er zijn nog meer ideetjes die je kunt gebruiken;

Let op; dit zijn algemene tips dus ook bruikbaar voor andere teksten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een anekdote?

Slide 6 - Open vraag

Inleiding (voorbeeld)
Adolescenten zijn lui, blijven ’s nachts veel te lang in de stad hangen en zijn vervolgens niet uit hun bed te branden. Is dit pure puberopstandigheid, of is er een fysieke oorzaak van dit gedrag aan te wijzen? Misschien kunnen we deze fysieke oorzaken opsporen en de dagelijkse schoolritmes aanpassen zodat het puberbrein optimaal wordt gebruikt. Jongeren zijn over het algemeen extreme avondmensen als gevolg van de ontwikkeling die hun biologische klok doormaakt. Scholen zouden hier best wat meer rekening mee kunnen houden. Het zou dus goed zijn om de schooltijden aan te passen aan het puberbrein. Bijvoorbeeld door de schooldag later te laten beginnen.

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding (voorbeeld)
Werkgevers in Nederland moeten het loon doorbetalen van de werknemer als deze door ziekte of door een blessure niet kan werken en thuiszit. Er wordt daarbij geen verschil gemaakt tussen werk-gerelateerd verzuim- bijvoorbeeld bij een beroepsziekte als kapperseczeem of een bedrijfsongeval- en verzuim waarvan de reden buiten het werk ligt- bijvoorbeeld een sportblessure. De huidige regelgeving heeft zijn schaduwkanten en daarom is PNL van mening dat er iets aan moet veranderen.

Slide 8 - Tekstslide

Veel vraagzinnen in de inleiding zorgt dat de lezer nieuwsgierig is naar de antwoorden?
A
Door de vele vragen wordt de tekst echt goed gelezen.
B
De vele vragen worden uitgewerkt in het betoog, goed om ze in de inleiding te benoemen.
C
Je vergeet het doel; onderwerp duidelijk maken en aandacht lezer trekken.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is kenmerkend aan een inleiding in een betoog?

Slide 10 - Open vraag

In de inleiding van een betoog;
A
onderwerp, (stelling) en standpunt
B
Onderwerp en argumenten
C
Onderwerp, standpunt en in ieder geval één argument.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe is de kern opgebouwd van een betoog?
A
Minimaal twee argumenten per alinea.
B
Per alinea 1 argument met onderbouwing.
C
Argumenten om het standpunt aannemelijk te maken.

Slide 12 - Quizvraag

Kenmerkend van een slot van een betoog.

Slide 13 - Open vraag

SLOT
Voorbeeld  van het betoog van vorige week:
Het is tijd dat we iets veranderen aan de oneerlijke positie van de niet-rokers. Het is tijd dat we in Nederland handelen in plaats  van eindeloos proberen. Het is tijd voor een rookverbod onder werktijd.

Je ziet een samenvatting van het standpunt en de argumenten die verwerkt zijn in een aansporing/oproep. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Thema 4; Hoofdstuk 4

Opdrachten 1 t/m 7 (betoog)

(1 t/m 5 zijn in de vorige lessen aangeboden).

Slide 15 - Tekstslide