3.1 Cultuur

H3 Cultuur & Identiteit
"De cultuur waarin je opgroeit, 
bepaalt voor een groot deel wat je normaal vindt"
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Cultuur & Identiteit
"De cultuur waarin je opgroeit, 
bepaalt voor een groot deel wat je normaal vindt"

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
In deze paragraaf leer je:
  • Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden geven.
  • Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
  • Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Cultuur
Je gedraagt je naar de cultuur van de samenleving waarin je opgroeit. Dat kan een  land zijn, maar ook een dorp, straat, wijk of vriendengroep. 

Cultuur= alle waarden, normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Dominante cultuur
Dominante cultuur=  alle waarden, normen en
gewoonten die de meeste mensen in een land met elkaar delen.

Bijvoorbeeld:
De waarde: tolerantie
De norm: op tijd komen bij afspraken
De gewoonte: schaatsen op natuurijs

Slide 6 - Tekstslide

Basiswaarden
In de dominante cultuur staan drie basiswaarden centraal:
 

• vrijheid: je mag denken, zeggen en doen wat je wilt
• gelijkwaardigheid: alle mensen zijn evenveel waard
• solidariteit: je houdt rekening met elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Subcultuur
Binnen de dominante cultuur bestaan kleinere cultuurgroepen. Zij maken deel uit van de dominante cultuur, maar hebben elk ook hun eigen gewoonten.

Een subcultuur=  cultuur van een kleine
groep mensen binnen de samenleving.


Slide 8 - Tekstslide

Subculturen
Subculturen kunnen met van alles te maken hebben.
Bijvoorbeeld met:
• geloof
• muziek
• werk
• politiek
• woonplaats
• migratie-achtergrond (etnische subculturen)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aangeboren of aangeleerd?
Veel kenmerken van jouw persoon zijn aangeboren, bijvoorbeeld je lengte en je talent voor sport.


Maar je gedrag en wat je mooi en normaal vindt, 
is aangeleerd.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag: Welke aangeboren en welke aangeleerde kenmerken
herken je in deze foto over carnaval?

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden geven.
• Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
• Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 25 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting

  • Huiswerk: 

Keuze:
  • Verder met je PO
  • Beginnen aan het huiswerk

Slide 27 - Tekstslide