HF 2.1 + 2.2 Schrijfvaardigheid

Schrijfvaardigheid/ les 1
Planning:
- Lesdoel: je weet hoe en wanneer schrijfvaardigheid getoetst wordt, soorten teksten je in dagelijks leven moet kunnen schrijven. 
- Instructie + maken opdracht 1 t/m 4.
- Afsluiting. 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid/ les 1
Planning:
- Lesdoel: je weet hoe en wanneer schrijfvaardigheid getoetst wordt, soorten teksten je in dagelijks leven moet kunnen schrijven. 
- Instructie + maken opdracht 1 t/m 4.
- Afsluiting. 

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Maak opdracht 1 (blz. 78) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen):
Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
We lezen samen de theorie op blz. 78 en tekst 1 op blz. 79.
We maken samen opdracht 2 + 3 a t/ c + d (alleen eerste tekst). 

Slide 3 - Tekstslide

Aan het (huis)werk..
Jullie maken opdracht 3 af en opdracht 4.

Klaar?
Versterk jezelf maken.

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting 
Weet je hoe en wanneer schrijfvaardigheid wordt getoetst?


Slide 5 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 2
Planning:
- Lesdoel: zakelijke e-mails en brieven schrijven.
- Terugblik & voorkennis.
- Instructie + maken HF 2.2: opdracht 1 t/m 7 maken.
- Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis
Maak opdracht 1 (blz. 84) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)

Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie + voorkennis
Bekijk blz. 88 en 143 voor de opzet van een zakelijke brief. Bekijk de dia hierna voor de opzet van een zakelijke e-mail. 

Herken je de verschillen?
Bekijk de theorie op de volgende dia m.b.t. de opmaak.

Slide 8 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Alinea 1: de inleiding ( wie ben je en waarom stuur je de e-mail?)
  • Alinea 2: de kern (leg het probleem verder uit)
  • Alinea 3: slot ( wat is jouw vraag/verzoek?)
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Voor en achternaam

Slide 9 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
We maken klassikaal HF 2.2: opdracht 2 t/m 7. 

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
- Welke onderdelen komen voor in een zakelijke brief?
- Welke onderdelen komen voor in een zakelijke e-mail?


Slide 11 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 3
Planning:
- Lesdoel: theorie opzet (conventies) zakelijke brief + schrijven. 
- Terugblik & voorkennis.
- Instructie + maken HF 2.2: opdracht 8, 10 & 11 maken.
- Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis
- Noem 2 verschillen tussen een zakelijke e-mail en een zakelijke brief?
- Wat is een mooie slotzin?
Wat gebruik je als aanhef en slotgroet?
Zie theorie volgende dia's. 

Slide 13 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 14 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 15 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 16 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 17 - Tekstslide

Aan het (huis)werk..
Maak opdracht 8, 10 en 11.

Klaar? Maak opdracht 9 of oefen in 'versterk jezelf' formeel/ informeel taalgebruik. 
We bespreken deze opdrachten tijdens de les na (indien mogelijk). 

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
- Welke onderdelen komen voor in een zakelijke brief?
- Welke onderdelen komen voor in een zakelijke e-mail?


Slide 19 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 4
Planning:
- Lesdoel: tekstverbanden en signaalwoorden, de link met brieven schrijven.
- Terugblik & voorkennis.
- Instructie + maken HF 2.2: opdracht 12 t/m 18 maken.
- Afsluiting.

Slide 20 - Tekstslide

Voorkennis
Waarom zou je signaalwoorden gebruiken bij het schrijven van een zakelijke brieven?

Zie theorie volgende dia.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Lezen
We lezen samen de theorie op blz. 93 + blz. 96. 
Leer de theorie op blz. 93.

We maken samen opdracht 12 + 17. We bespreken samen de overige opdrachten. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 12 t/m 18.

Klaar? Oefen met 'versterk jezelf' signaalwoorden of een ander onderdeel. 

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
- Welke signaalwoorden kun je makkelijk toepassen bij het schrijven van een zakelijke brief?
- Voor welk publiek schrijf je een zakelijke brief en waar je dan rekening mee?

Slide 25 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 5
Planning:
- Lesdoel: zakelijke brief schrijven.
- Instructie + maken opdracht 22 t/m 24 maken.
- Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Controleren van je schrijfopdracht
Bekijk de theorie op de volgende dia's. Bekijk vervolgens nog een keer je brief en verbeter indien mogelijk. 

Slide 27 - Tekstslide

Hoofdletters!
  • Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
  • Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
  • De straatnaam begint met een hoofdletter



Slide 28 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 29 - Tekstslide

Gebruik leestekens!
  • Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens.
  • De tekst is dan beter te lezen
  • Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
  • Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.



Slide 30 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 31 - Tekstslide

Schrijfopdracht controleren 2
We lezen samen blz. 92 (puntentelling CE). Jullie gaan elkaars brieven controleren. 

Jullie maken individueel opdracht 20 t/m 22. 

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting
- Waar loop je tegenaan bij het schrijven van een zakelijke brief?

Slide 33 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 6
Planning:
- Lesdoel: zakelijke brief schrijven + nakijken. 
- Instructie + maken opdracht 25 t/m 27 maken.
- Afsluiting

Slide 34 - Tekstslide

Puntentelling zoals op het CE
We bekijken samen blz 104. Op deze manier wordt jullie schrijfopdracht nagekeken. 

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag!
Jullie schrijven eerst de brief van de vorige les af. 

Ben je klaar? Oefen in 'versterk jezelf' signaalwoorden of andere onderdelen die je lastig vindt.

Slide 36 - Tekstslide

Bespreken zakelijke brief
We gaan de brief nakijken aan de hand van opdracht 25.
Vervolgens ga je je brief herschrijven aan de hand van opdracht 26.
Vul opdracht 27 in. 

Slide 37 - Tekstslide

Afsluiting
- Hoe ga je jezelf voorbereiden op de schrijftoets?

Slide 38 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid/ les 7 (extra)
Planning:
- Lesdoel: zakelijke brief schrijven + nakijken. 
- Afsluiting

Slide 39 - Tekstslide

Laatste tips!
Bekijk alle dia's uit voorgaande lessen en luister naar de laatste tips.

Slide 40 - Tekstslide

Ervaring 
Wie heeft er weleens een klachtenbrief gestuurd?
Vanuit eigen ervaring mail versturen. 
Wie moet erin?

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag!
Jullie schrijven de zakelijke e-mail.

Ben je klaar? Oefen in 'versterk jezelf' signaalwoorden of andere onderdelen die je lastig vindt.

Slide 42 - Tekstslide

Puntentelling zoals op het CE
We bekijken samen blz 104. Op deze manier wordt jullie schrijfopdracht nagekeken. 

Slide 43 - Tekstslide

Bespreken zakelijke brief
We gaan de brief nakijken aan de hand van opdracht 25.
Vervolgens ga je je brief herschrijven aan de hand van opdracht 26.
Vul opdracht 27 in. 

Slide 44 - Tekstslide

Afsluiting
- Hoe ga je jezelf voorbereiden op de schrijftoets?

Slide 45 - Tekstslide