Biologie H5 par. 6: DNA-technieken HSX

 Erfelijkheid en evolutie
paragraaf 6
DNA-technieken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Erfelijkheid en evolutie
paragraaf 6
DNA-technieken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
Beschrijven wat biotechnologie is;
Enkele DNA-technieken bij biotechnologie beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst
Even wat herhaling

Slide 3 - Tekstslide

1. Teken zijn meer verwant aan schorpioenen dan aan spinnen.
2. Hooiwagens zijn eerder ontstaan dan teken
A
Geen van beide conclusies is juist.
B
Alleen conclusie 1 is juist.
C
Alleen conclusie 2 is juist.
D
Beide conclusies zijn juist.

Slide 4 - Quizvraag

1. Beerdiertjes zijn meer verwant aan de peniswormen dan aan de gifkakendragers.
2. Beerdiertjes zijn later ontstaan dan rondwormen
A
Geen van beide conclusies is juist.
B
Alleen conclusie 1 is juist.
C
Alleen conclusie 2 is juist.
D
Beide conclusies zijn juist.

Slide 5 - Quizvraag


A
In het Carboon
B
In het Devoon
C
In het Neozoïcum

Slide 6 - Quizvraag

Einde herhaling
DNA-technieken

Slide 7 - Tekstslide

Biotechnologie
Bij biotechnologie worden organismen gebruikt om producten te maken:
  • Gist voor brood;
  • Bacteriën voor yoghurt

Het DNA hoeft niet te worden veranderd.

Slide 8 - Tekstslide

Recombinant DNA-technieken
Soms wordt het DNA wel veranderd. Dit gaat met behulp van recombinant-DNA-technieken, ook wel genetische modificatie genoemd.
Hier is overwegend sprake van het vervangen van genetisch materiaal van de ene soort door genetisch materiaal van een andere soort.
  • Is het organisme genetisch gemodificeerd? --> transgeen.

Slide 9 - Tekstslide

Crisper-cas 1/4
De nieuwste methode van genetische modificatie is crisper-cas. 
Deze methode zal in de toekomst de huidige methodes vervangen. Hierbij is namelijk geen genetisch materiaal van andere soorten nodig.

Slide 10 - Tekstslide

Crispr-cas 2/4
  • Crispr-cas (Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats-Crispr Associated): Gericht wijzigingen aanbrengen in bestaande genen (gene-editing).

Slide 11 - Tekstslide

Crispr-cas 3/4
Hoe werkt het?
1 Bacterie wordt aangevallen door virus.
2 Bacterie overleeft en slaat virus-DNA op.
3 Het Enzym cas controleert de bacterie voortdurend op de aanwezigheid van dit DNA. Als het dit DNA aantreft knipt hij het kapot . 

Slide 12 - Tekstslide

Crisper cas 4/4
Wetenschappers brengen nu cas in een cel aan om een bepaald stuk DNA te vernietigen. Daarna wordt ofwel het resterende stuk DNA aan elkaar vastgemaakt of nieuw DNA ingebouwd.

Kijk maar even mee..

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Genomics
Genomics is de studie van het gehele DNA van een organisme met alle genen die daarop liggen.
  • Wordt gebruikt bij onderzoek naar ziekten

Slide 16 - Tekstslide

DNA-tests en eDNA
Met een DNA-test kunnen veel dingen bepaald worden:
  • Wie de dader is; 
  • Of iemand je biologische ouder is;
  • Van welk dier je vlees afkomstig is.
eDNA (Environmental DNA):
  • DNA afkomstig uit de omgeving
  • Welke soorten komen voor in een gebied?

Slide 17 - Tekstslide

De toekomst
Synthetische biologie: Oftewel het kunstmatig creëren van DNA. Je kunt je voorstellen dat de mogelijkheden dan oneindig zijn.

Data opslag op DNA. Er past theoretisch gezien bijzonder veel informatie op DNA. 


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Lesdoelen
Je kunt:
Beschrijven wat biotechnologie is;
Enkele DNA-technieken bij biotechnologie beschrijven.

Slide 20 - Tekstslide

EINDE

Slide 21 - Tekstslide