In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhaling 2.3 en 2.4 jongeren
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Een ander woord voor beloning en straf is …
Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie
Slide 3 - Quizvraag
Welke manier van leren?
De nieuwe pizzeria heeft erg lekker eten, je gaat hier vanaf nu vaker naar toe!
A
Informatie
B
Imitatie
C
Ervaringen
Slide 4 - Quizvraag
Lopen leer je door:
A
Imitatie
B
Informatie
Slide 5 - Quizvraag
Internalisatie is
A
Bewust of onbewust aanleren van normen en waarden
B
Letten op hoe mensen zich gedragen
C
Aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
D
Laten weten of iemand iets goed of fout doet
Slide 6 - Quizvraag
De afbeelding is een voorbeeld van:
A
Roldoorbrekend gedrag
B
Rolbevestigend gedrag
Slide 7 - Quizvraag
Puberteit
Vooral als je jong bent ga je opzoek naar wie je eigenlijk bent, je gaat grenzen opzoeken, wat kan wel en wat kan niet?
Puberteit
De periode tussen kindertijd en volwassenheid.
Tot je 25e zijn je hersenen nog in ontwikkeling. Als puber krijg je te maken met:
Keuzes maken
Grenzen opzoeken
Heftigere emoties
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Tolerantie
Mensen verschillen van elkaar en hebben verschillende waarden en normen. Het accepteren van elkaar heeft te maken met tolerantie.
Tolerantie
Het accepteren dat sommige mensen
andere waarden en normen hebben dan jijzelf.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Abnormaal of asociaal gedrag
Wanneer de verschillen in waarden en normen zó groot zijn dat je het gedrag van de ander echt niet begrijpt, ervaar je dat gedrag als abnormaal of asociaal.
Welk gedrag van anderen ervaar jij als abnormaal?
Denk je dat bepaald gedrag van jou door anderen als abnormaal wordt beschouwd?
Slide 14 - Tekstslide
Groepsnormen
Soms doe je dingen die je eigenlijk niet wilt doen, omdat de groep waarin je zit dat van je verwacht.
Groepsdruk
Pestgedrag vindt vaak plaats onder groepsdruk. Als pesten plaatsvindt via het internet, dan noem je dat cyberpesten.
Het gevoel dat je je móet aanpassen aan de gewoonten van de groep.
Slide 15 - Tekstslide
Generatieconflict: wat is normaal?
De normen en waarden van kinderen en hun ouders kunnen verschillen. Denk maar eens aan:
Taalgebruik
Uitgaan
Kleding
Het gebruik van mobieltjes
Generatieconflict Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.
Slide 16 - Tekstslide
Een klik hebben
Een klik ontstaat doordat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander.
Dit noemen we ook wel identificatie.
Als je deze kenmerken bij meer mensen ziet ontstaat er groepsidentificatie. Je hebt namelijk dezelfde kenmerken of gewoonten.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Jongerenculturen
Slide 22 - Tekstslide
De samenleving verandert
Persoonlijke vrijheid en ontwikkeling werden belangrijker: individualisering.
Meer vrijheid om eigen opleiding en beroep te kiezen.
Meer vrijheid betekent ook: keuzestress
Gevolgen-> sinds de jaren 60 ontstond een maatschappij waarin individualisme meer plaats kreeg.