Voorbereiding toetsweek leesvaardigheid

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat wil Cito weten?
1. De grote lijn : snap je wat er staat. Heb je ongeveer een idee wat er van alinea tot alinea gebeurt. (Levert 5,5/6 op)
2. Signaalwoorden. Je moet ze zien in de tekst dus leren. 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstsoorten
  • korte teksten
  • lange teksten
  • gatenteksten
  • scanteksten 

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan tekstverklaren 
  1. Oriënteren op de tekst (titel-inleiding-plaatje-tussenkopjes-bron).
  2. Het lezen van de vraag en antwoorden
  3. Het lezen van de tekst (Probeer tijdens het lezen alvast een antwoord te formuleren).
  4. Het beantwoorden van de vraag .

Slide 4 - Tekstslide

Vraagsoorten
  • Open vragen
  • Meerkeuze vragen 
  • Wel /niet vragen
  • Orden vragen (komen niet vaak voor)
  • Citeer vragen (komt vaak maar één of twee keer voor

Slide 5 - Tekstslide

Open vragen
(altijd in het NL formuleren)
  1. Lees eerst de vraag.
  2. Snap je de vraag? Wat willen ze weten? 
  3. Waar moet je zoeken? (markeer het tekstgedeelte + lees het intensief - markeer signaalwoorden en dubbele punten)
  4. Vertaal het stuk of de zin waar het antwoord staat en zet het om in een goedlopend antwoord.
  5. Check of je antwoord echt antwoord geeft op de vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Meerkeuzevraag
  1. Lees de vraag(en eventueel de antwoordmogelijkheden)
  2. Vertaal de vraag.
  3. Waar in de tekst moet ik lezen?
  4. Tekst(gedeelte) lezen.
  5. Antwoord formuleren.
  6. Antwoord kiezen (streep de 2 "pindakaas-antwoorden" weg)

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld meerkeuzevraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wel-niet vragen
  1. Lees eerst de vraag en de beweringen.
  2. Markeer het deel van de tekst waar je moet lezen.
  3. Zoek naar de Duitse synoniemen in het tekstdeel.
  4. Zet een + of - in het tekstdeel bij de stellingen.
  5. Als het niet in de tekst staat is het onjuist.
  6. Let op! Deze vragen staan op volgorde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide