Paragraaf 4.4: Een nieuwe leider

Benoem zoveel mogelijk straffen uit het Verdrag van Versailles
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Benoem zoveel mogelijk straffen uit het Verdrag van Versailles

Slide 1 - Open vraag

Wat veroorzaakte de hyperinflatie?
A
Verminderde exportmogelijkheden
B
Overmatige geldcreatie door de overheid
C
Lagere belastinginkomsten
D
Stijgende productiekosten

Slide 2 - Quizvraag

Wat was het doel van het Dawesplan?
A
Oorlogskosten van Frankrijk vergoeden
B
Duitse grondgebied uitbreiden
C
Verenigde Staten financieel steunen
D
Economische stabiliteit voor Duitsland

Slide 3 - Quizvraag

In welk land startte de Grote Depressie?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
De Verenigde Staten
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 4 - Quizvraag

4.4: Een nieuwe leider

Leerdoel 1: Je weet hoe Hitler aan de macht kwam en welke ideeën hij had.
Leerdoel 2: Je weet hoe het leven in nazi-Duitsland vóór de Tweede Wereldoorlog was.

Slide 5 - Tekstslide

Opkomst communisme
  • Karl Marx bedenker communisme
  • 'Iedereen moet gelijk zijn'
  • Arbeiders moeten met een revolutie de macht grijpen
  • Al het bezit naar de overheid, die alles eerlijk verdeelt
  • Communisten aan de macht in Rusland / Sovjet-Unie

Slide 6 - Tekstslide

Fascisme
  • Uit angst voor communisme ontstaat tegenbeweging; fascisme
  • Één sterke leider
  • Geen woorden, maar daden!
  • Nationalistisch; trots zijn op het eigen land, bereid zijn ervoor te sterven
  • Problemen oplossen met oorlog en geweld


Slide 7 - Tekstslide

Inspiratie voor Hitler
  • Hitler neemt ideeën fascisten over en wordt leider NSDAP
  • Nationaal-socialisme
  • Voegt 'racisme' (rassenleer) toe
  • Üntermenschen minderwaardig; Joden, Slavische mensen, etc. 
  • Eigen (Germaanse) ras was meer waard
  • Belofte; verbreken 'Versailles'

Slide 8 - Tekstslide

Hitler aan de macht
  • Groei populariteit door economische crisis
  • Wint de verkiezingen in 1932
  • Eerst samenwerken met andere partijen, zoals conservatieven
  • Na Rijksdagbrand vraagt Hitler aan het parlement alle macht om problemen en dreiging van communisten op te lossen

Slide 9 - Tekstslide

Veranderingen onder Hitler
  • Hitler verbood andere politieke partijen
  • Totalitaire samenleving; alles gecontroleerd door de staat
  • Volk overtuigen met propaganda
  • Stopt herstelbetalingen
  • Bouwt groot leger op
  • Werkloosheid verdwijnt; Hitler creëert veel banen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Toenemende dreiging oorlog
  • Frankrijk en GB staan toe dat Versailles verbroken wordt
  • Hitler neemt Duitssprekende gebieden in; o.a. Oostenrijk, Tsjechoslowakije
  • Frankrijk en GB dreigen: Aanval op Polen betekent oorlog met ons!

Slide 12 - Tekstslide

Benoem zoveel mogelijk verschillen tussen het communisme en het fascisme.

Slide 13 - Open vraag

Noem een reden waarom Hitler populair werd in Duitsland.

Slide 14 - Open vraag

Leg uit waarom het nationaalsocialisme racistisch was aan de hand van de term 'Untermensch'.

Slide 15 - Open vraag

Leg uit waarom Duitsland onder Hitler een totalitaire staat werd- en Nederland dat nu niet is.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het belangrijkste idee van het communisme?
A
Privébezit is heilig
B
Gelijkheid voor iedereen
C
Vrije markteconomie
D
Individuele rijkdom

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van het fascisme?
A
Autoritarisme
B
Democratische besluitvorming
C
Nationalisme
D
Militarisme

Slide 18 - Quizvraag

Welke groep behoorde niet tot de Untermenschen?
A
Ariërs
B
Joden
C
Slaven
D
Zigeuners

Slide 19 - Quizvraag

Welke gebeurtenis gaf Hitler de kans om macht te grijpen?
A
De Grote Depressie
B
De brand in de Reichstag
C
De Eerste Wereldoorlog
D
De verkiezingen van 1933

Slide 20 - Quizvraag

Bij de aanval op welk land dreigden Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog te verklaren?
A
Polen
B
België
C
Tsjechoslowakije
D
Oostenrijk

Slide 21 - Quizvraag