Thema 5 - thuis met elkaar. Les 1, 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik



Wat weten jullie nog van thema 3? 
Toets bij Pama gehad, hoe ging dat?

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  1. Start Thema 5
  2. Theorie en opdrachten maken
  3. Snijtechnieken 


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Beginnen met thema 5 -  thuis in je huis
  • Uitleg via LessonUp van paragraaf 1 - thuis met elkaar
  • Zelfstandig aan de slag met de opdrachten van paragraaf 1
  • Keukenonderdeel: Snijtechnieken >  stickeren >  voor de groente soep van volgende week. 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat een huishouden, een lat-relatie en alleenstaand inhoud.
  • Je kan het begrip emancipatie in je eigen woorden uitleggen
  • Je kan minimaal 2 voorbeelden noemen wat vroeger 'normaal' was (hoe de rolverdeling was tussen man en vrouw) en minimaal 2 voorbeelden noemen wat nu 'normaal' is. 
  • Je kan het verschil uitleggen tussen je recht en je plicht
  • Je twee verschillende snijtechnieken toepassen in de keuken.

Slide 5 - Tekstslide

1. thuis met elkaar
Je woont waarschijnlijk samen met je ouders of verzorgers in een huis. Dit wordt huishouden genoemd. Een groep mensen die samenwonen. 
Later ga je misschien samenwonen met je liefdespartner maar jullie kunnen ook kiezen voor een lat-relatie (living apart together). Als je alleen woont heet dit alleenstaand of single

Slide 6 - Tekstslide

1. manieren van samenleven
Als je met andere mensen woont noem je dit samenleven. Dit  kan gehuwd of ongehuwd. Zijn er kinderen bij, dan vorm je een gezin.  Je hebt ook eenoudergezin dan woont er een ouder samen met de kind(deren). Daarnaast heb je nog een samengesteld gezin. Wie weet wat dit is?
Daarnaast heb je nog grootfamilie. Dan wonen de grootouders nog samen bij het gezin. Tot slot bestaat er nog woongroep (alleenstaande vrienden of zussen)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1. samenleven vroeger 
Vroeger was bijna elk gezin in Nederland hetzelfde. Het gezin bestond uit vader, moeder en kinderen. De vader verdiende de kost en de moeder deed het huishouden
1. samenleven nu
  • Steeds meer vrouwen hebben een baan buitenshuids
  • Steeds meer mannen doen het huishouden
  • Steeds meer gezinnen zijn klein
  • Er zijn meer eenoudergezinnen
  • Er zijn meer mensen die alleen wonen
  • Oudere mensen wonen vaker alleen

Slide 9 - Tekstslide

Thuiszorg
Ouderen mensen krijgen wel vaak hulp van hun kinderen of kleinkinderen (hoe heet dit ook alweer?) Maar ze kunnen ook hulp krijgen van de thuiszorg. Ze helpen dan met aankleden en bijvoorbeeld schoonmaken

Aanleunwoningen
Aanleunwoningen zijn woningen waar ouderen zelfstandig in kunnen blijven wonen. Hebben ze wel hulp nodig, zijn er altijd zorgverleners die dit kunnen bieden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Emancipatie 
Vroeger hadden mannen en vrouwen niet dezelfde rechten. Je recht is wat en wel en niet mag doen. Een voorbeeld is: dat jongens vroeger wel mochten doorleren en vrouwen niet. Vroeger hadden mannen en vrouwen ook niet dezelfde plichten. Je plicht is wat je wel en niet moet doen. 

Een voorbeeld is: dat mannen verplicht in dienst moesten. Tegenwoordig worden vrouwen en mannen gelijk behandeld. 
Dit heet emancipatie van de vrouw.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

1. dezelfde rechten
  • Nu kunnen ook vrouwen alle beroepen kiezen
  •  Getrouwde vrouwen mogen blijven werken
  • Een werkgever mag mannen niet voortrekken
  • Mannen en vrouwen mogen allebei stemmen
  • Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk hetzelfde loon krijgen
  • Getrouwde vrouwen mogen hun achternaam houden

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Je gaat nu zelfstandig alle opdrachten maken van thema 5 - paragraaf 1. Dit is opdracht 1 t/m opdracht 17. 
Opdracht 8 slaan we over.

Tijd over? Zie volgende dia.

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat een huishouden, een lat-relatie en alleenstaand inhoud.
  • Je kan het begrip emancipatie in je eigen woorden uitleggen
  • Je kan minimaal 2 voorbeelden noemen wat vroeger 'normaal' was (hoe de rolverdeling was tussen man en vrouw) en minimaal 2 voorbeelden noemen wat nu 'normaal' is. 
  • Je kan het verschil uitleggen tussen je recht en je plicht

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik
  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat een huishouden, een lat-relatie en alleenstaand inhoud.
  • Je kan het begrip emancipatie in je eigen woorden uitleggen
  • Je kan minimaal 2 voorbeelden noemen wat vroeger 'normaal' was (hoe de rolverdeling was tussen man en vrouw) en minimaal 2 voorbeelden noemen wat nu 'normaal' is. 
  • Je kan het verschil uitleggen tussen je recht en je plicht
  • Nakijken

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe jij in het huishouden?

Slide 19 - Woordweb

Wat is jouw ontbijt?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

Wat gaan we vandaag doen?
  • Beginnen met thema 5 -  thuis in je huis
  • Nakijken eerste taak en nabespreken.
  • Ontbijt maken (50 minuten weer alles netjes)
  • Daarna Thema 2: Huishouden
  • Kennis testen na het maken van de opdrachten: 18 t/m 25

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1. zorgtaken
Alles waarvoor in het huishouden wordt gezorgd heet een zorgtaak. Voorbeelden zijn: boodschappen doen, spullen repareren, koken, voor de kinderen zorgen en stofzuigen. 

Slide 25 - Tekstslide

1. rolgedrag
Veel mannen en vrouwen doen precies wat hun rol is. Dit heet rolgedrag. Voorbeeld is dat mannen vaak stoer moeten zijn en niet mogen huilen en van vrouwen wordt verwacht dat ze mooi en lief zijn. Daarom krijgen jongens vaak speelgoedpistolen en meisjes poppen en sieraden. 

Slide 26 - Tekstslide

Kunnen jullie voorbeelden noemen van een rolgedrag bij mannen en vrouwen?

Slide 27 - Tekstslide