K2 3.1 De Eerste Wereldoorlog

3.1: De Eerste Wereldoorlog
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1: De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
- Je kunt benoemen wat de oorzaken zijn voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
- Je weet welke partijen bij de Eerste Wereldoorlog betrokken waren.
- Je kunt beschrijven hoe de partijen elkaar bestreden.
- Je weet welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland had. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het was in 1914 onrustig en er was veel spanning in Europa......
Deze onrusten en spanningen zien we als de oorzaken (4) voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’ 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Oorzaken van de oorlog blz. 90

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 De Eerste Wereldoorlog
Het Duitse Rijk was een stuk groter dan het huidige Duitsland
Polen is onderdeel van Rusland, net als Wit-Rusland, Letland, Estland, Lithouwen en Oekraine 
Bestond uit het hedendaagse: Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en delen van Italië, Montenegro, Polen, Roemenië, Servië en Oekraïne.
Het Ottomaanse Rijk kennen we nu als Turkije
Kaart van Europa in 1914

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken voor het uitbreken van WOI
  • Bondgenootschappen
  • Nationalisme
  • Militarisme
  • Wapenwedloop
 
Oorzaken Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak 1: Bondgenootschappen

  • Door de spanning wilde Europese landen sterker staan
  • Ze sloten bondgenootschappen
  • Ze spraken af elkaar te helpen in oorlogs- en in vredestijd
  • Geallieerden en de Centralen
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’ 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Wie doen mee met de oorlog? blz 92

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bondgenootschappen
  1. Centralen: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. 
  2. Geallieerden: Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Rusland. 
Neutrale staten vochten niet mee, bijvoorbeeld Nederland.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak 2: Nationalisme 
  • Nationalisme = liefde voor het eigen land
  • Veel landen en bevolkingen voelden zich beter dan andere landen
    Mensen waren bereid te vechten voor de trots van hun land
  • Nationalisme was zichtbaar in vrijwel alle landen van Europa
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: They Shall Not Grow Old, Peter Jackson, 2019

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak 3: Militarisme 
  • Militarisme = verheerlijking van het leger. Mensen zag het leger én oorlog als iets belangrijks: Niet praten maar vechten
  • Veel militaire dreiging in Europa
  • Jonge mannen uit heel Europa melden zich vrijwillig aan om te gaan vechten 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bundesarchiv, Oscar Tellgmann, 1914 ©

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak 4: Wapenwedloop
  • Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
  • Landen wilden aan elkaar laten zien wie het sterkste was 
  • De economie draaide op de oorlogsindustrie
  • Nieuwe technieken als; gevechtsvliegtuigen, tanks, automatische wapens en gifgassen. 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Montagehal van Krupp te Essen, 1906

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken voor het uitbreken van WOI
  • Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen
  • Nationalisme= liefde voor het eigen land
  • Militarisme= verheerlijking van het leger
  • Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Strijd aan 2 fronten blz. 93

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
Om de eigen bevolking te overtuigen van de noodzaak van de oorlog en om de vijand zwart te maken, werd er veel propaganda verspreid.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
Er werd veel propaganda gebruikt om de bevolking te overtuigen van de noodzaak van de oorlog. Deze propaganda werd verspreid via posters, kranten en andere media.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf wat propaganda is en leg uit hoe het werd gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Propaganda

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem Duitsland: oorlog op twee fronten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee fronten oorlog:

- De gevechten tegen Frankrijk lopen vast.
- De strijd duurt veel langer dan gepland.
- Rusland gaat meevechten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen .......
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip

Oorzaken voor het uitbreken van WOI
Bondgenootschappen
Nationalisme
Militarimse
Wapenwedloop
Strijd om de sterkste wapens
Verheerlijking van het leger
 liefde voor het eigen land
afspraken over samenwerking tussen landen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Leren blz. 90 t/m 94
Maken opdr 1 t/m 5



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgraven

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgraven
De loopgravengrens

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee fronten oorlog
Duitsland had nooit bedoeld een twee fronten oorlog te vechten. Maar de oorlog met Frankrijk liep vast in de loopgraven. Nu ook Brittannië en Rusland meevechten, is Duitsland gedwongen een twee fronten oorlog te voeren. 



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De loopgraven
De oorlog loopt vast en soldaten gaan zich
ingraven. Dit noem je: Loopgraven

Hoe was dit:
  • Koud
  • Gevaarlijk
  • Doelloos

De oorlog stopt pas
in 1918

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgraven 
  • Generaals geloven dat massale aanvallen vanuit de loopgraven effectief zijn. Dit is maar zelden het geval: soldaten worden kannonenvoer

  • Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgraven
Tweefrontenoorlog 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Nederland tijdens de oorlog blz. 94

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland tijdens WOI
In 1914 was Nederland geen lid van een van de bondgenootschappen in Europa.

Nederland probeerde neutraal te blijven. Maar ondanks de neutraliteit merkten ook Nederlanders dat het oorlog was.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland tijdens WO1
  • Nederland was 'neutraal'
  • Economisch zwak
  • Grens met België
  • Vluchtelingen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leren 3.1
Maken opdr. 6 t/m 9 + herhaling

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies