H6 Spelling ww: pvtt of vd?

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • Wat weet je nog?
  • Uitleg Spelling ww H6
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen.  

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 15 mei:
Spelling ww H4: opdr. 1 t/m 5
Spelling ww H5: opdr. 1 t/m 4
Spelling ww H6: opdr. 1 t/m 4

Maandag 22 mei: 
Toets Spelling (ww): H4 t/m 6


Slide 4 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Mij is beloofd dat we naar de dierentuin gaan
B
Mij is belooft dat we naar de dierentuin gaan.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zit dat?
Is beloofd = voltooid deelwoord (vd). 
Dat kun je zien aan het hulpwerkwoord is

Bij een voltooid deelwoord geldt de regel van 't kofschip x 
(of sexy fokschaap of soft ketchup x)

Slide 6 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Mij is gezegd dat je binnenkort verhuisd.
B
Mij is gezegd dat je binnenkort verhuist.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zit dat?
verhuist is goed, 
want verhuist is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Ik-vorm: verhuis
Je: ik-vorm + t > verhuist.

Slide 8 - Tekstslide

a. Noteer de juiste vorm: pvtt, pvvt, vd, od
b. Schrijf het werkwoord zoals het moet.
Zin: 'De gymdocent ... (verbazen) zich over de fanatieke deelname aan zijn les.'

Slide 9 - Open vraag

Is het werkwoord in hoofdletters een pvtt of vd?

Ik heb dat niet BEDACHT.
A
pvtt
B
vd

Slide 10 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden en zet erbij om welke vorm het gaat. (pvtt, pvvt, vd, od, bn, inf, gw)

Wat daar is (gebeuren), (worden) jou niet aangerekend.

Slide 11 - Open vraag

Hoe weet je of het werkwoord tussen haakjes een pvtt of vd moet zijn?
De boodschapper van de koning werd (bedreigen) door drie rovers.

Slide 12 - Open vraag

Pvtt of vd?
  • Zet de zin in een andere tijd: een persoonsvorm verandert, een voltooid deelwoord niet.
Hij verdient een lintje / Hij heeft een lintje verdiend.

  • Bepaal de juiste spelwijze
- Persoonsvorm --> ik-vorm+t: Wie beheert de camping?
- Voltooid deelwoord --> langer maken om te horen of het een -t of -d moet zijn: Door wie wordt deze camping beheerd?

Slide 13 - Tekstslide

pvtt of vd?

Wat gebeurt er volgens jou altijd?
gebeurt is ...
A
pvtt
B
vd

Slide 14 - Quizvraag

pvtt of vd?

Wie weet wat er vanavond gebeurd is?
gebeurd is ...
A
pvtt
B
vd

Slide 15 - Quizvraag

Is het werkwoord in hoofdletters een pvtt of vd?

Jij VERWACHT dat toch ook?
A
pvtt
B
vd

Slide 16 - Quizvraag

Jouw reactie op mijn brief heeft mij serieus (verbijsteren).
pvtt
vd
verbijstert
verbijsterd

Slide 17 - Sleepvraag

Noteer van de zin welke vorm van het werkwoord op de puntjes moet worden ingevuld: pvtt of vd.
De conciërge ... (verwijderen) de papierbakken op de oprit van de school.

Slide 18 - Open vraag



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van Spelling ww H6: Pvtt of vd, opdr. 1 t.m 4

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
  • Samenvatten 
  • 'Trainen' via NN Online
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 15 mei:
Spelling ww H4: opdr. 1 t/m 5
Spelling ww H5: opdr. 1 t/m 4
Spelling ww H6: opdr. 1 t/m 4

Maandag 22 mei: 
Toets Spelling (ww): H4 t/m 6


Slide 21 - Tekstslide