Unit 2.1 finishing up lesson 1

17th of September





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

17th of September





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Tekstslide

17-09-2024
  • Past Simple recap
  • Place of adverbs
  • Express yourself
  • Homework

Slide 2 - Tekstslide

How to make the past simple:
Bij een regelmatig werkwoord+ ed:
I walked to school.
He finished the race.

Irregular verbs leren pagina 174 + 175 

(?) Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
(-) Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

  • became                       become
  • tore                                torn
  • dug
  • put

Slide 4 - Tekstslide

  • shared
  • didn't wear
  • brought
  • didn't play
  • planned
  • Did                     help
  • talked
  • Did                           become

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer het is gebeurd.

Regelmatig werkwoord: ww = -ed                                  
We played a game last night.     We didn't play a game last night.     Did we play a game last night?

Onregelmatig werkwoord: eigen vorm
You tore your new jeans yesterday.  
You didn't tear your jeans yesterday.  
Did you tear your new jeans yesterday?

Slide 6 - Tekstslide

Exercise Little Red Riding Hood
Fill in the correct form of the verbs in brackets.
After 3 minutes we will check your work.
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Place of adverbs (bijwoorden)
Always, usually, often, sometimes, never, still zijn allemaal voorbeelden van bijwoorden (adverbs).

Deze woorden geven aan hoe vaak iets gebeurd.


Slide 8 - Tekstslide

     Een bijwoord staat...

  • vóór het woord waarover het iets zegt:
  • We never walk to school. 

  • maar een vorm van to be (am/is/are/was/were):
  • I am still tired.

  • en in de present perfect na have/has:
  • I have never been to New York.

Slide 9 - Tekstslide


Waar komt het bijwoord te staan?
A
I never go there.
B
I go there never.
C
Never I go there.

Slide 10 - Quizvraag


Waar komt het bijwoord te staan?
A
I usually get up at six am.
B
I get usually up at six am.

Slide 11 - Quizvraag


Waar komt het bijwoord te staan?
A
I am on always time.
B
I am always on time.
C
I always am on time.

Slide 12 - Quizvraag

Homework
What?
Do ex. 8 until 12
Where?
Book A on pages 53 until 57
When?
Wednesday, 8th hour
Study?
Words and phrases unit 1 + 2
How?
In pairs and with music is allowed
Finished?
When everybody's finished we will do Blooket

Slide 13 - Tekstslide