Feiten, meningen en argumenten

Feit, mening, argument
22HOM
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Feit, mening, argument
22HOM

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
Info toetsen
Terugblik vorige week
Uitleg feit, mening, argument, drogredenen
Aan de slag met opdrachten lezen/ luisteren
Afmaken opdrachten woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Info toets lezen/ luisteren
21 juni 2023
Neem oortjes mee!
Graag allemaal toets digitaal maken ivm luisterfragmenten
Meerkeuze!

Slide 3 - Tekstslide

Info toets taalverzorging
28 juni 2023
1.1 woordsoorten
1.2 zinsdelen
1.3 samengestelde zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Les 5 juli
Herkansers/ inhalers

Heb je alle opdrachten lezen/ luisteren + taalverzorging af?
Toets lezen/ luisteren H1 gedaan?
Toets taalverzorging H1 gedaan?

Dan vrij!

Slide 5 - Tekstslide

Vorige week
Uitleg over tekstsoorten + tekstdoelen
Zelfstandig bezig geweest met opdrachten 1.1 t/m 1.4

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw tekst

Slide 10 - Tekstslide

Tekststructuren
1. Aspectenstructuur
2. Vraag-antwoordstructuur
3. Verklaringsstructuur
4. Voor- en nadelenstructuur
5. Probleem-oplossingsstructuur
6. Verleden, heden, toekomst-structuur
7. Argumentatiestructuur

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag
Feiten, meningen, argumenten

????

Slide 12 - Tekstslide

want

Slide 13 - Tekstslide

Een kop koffie per dag verbetert de stoelgang.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quizvraag

De koffie is hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

Meneer Wolters vindt de koffie hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quizvraag

Standpunt/ mening/ stelling
Argument (waarom standpunt klopt)
Tegenargument (waarom het niet klopt)

Slide 17 - Tekstslide

Roken moet verboden worden
Roken moet verboden worden, omdat het slecht is voor je gezondheid (argument)

Roken moet NIET verboden worden, want het is stoer (tegenargument)

Slide 18 - Tekstslide

mening
want
argument

Slide 19 - Tekstslide

sporten is goed voor je
Geef een objectief argument

Slide 20 - Woordweb

sporten is goed voor je
Geef een subjectief argument

Slide 21 - Woordweb

Drogredenen
Dat zijn redeneringen of argumenten die juist lijken, maar dat niet zijn. Om te bepalen hoe sterk een redenering is, is het belangrijk om het verschil tussen argumenten en drogredenen te herkennen.

Slide 22 - Tekstslide

Drogredenen
Eerst doornemen stencil (5 min)
Daarna Kahoot

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Kahoot
Drogredenen

Vertekenen standpunt

Slide 26 - Tekstslide

Je kent nu de termen: Feit, mening, argument, subjectief argument, objectief argument en drogreden.
Je kunt deze elementen ook herkennen in een tekst. 

Kan ook in de toets voorkomen

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk:
Ga verder met opdrachten van H1 Lezen/ luisteren
Paragraaf 1.1 t/m 1.6 moet af
Van elke paragraaf maak je opdracht 1 t/m 3


Slide 28 - Tekstslide

Taalverzorging
Vorige keer opdracht 1 t/m 4 gemaakt van 1.1 woordsoorten
Nu verder:

H1 Taalverzorging:
1.1 woordsoorten
(opdracht 1 t/m 9) moet af zijn = naar huis

Slide 29 - Tekstslide