Rekenen Zadkine

REKENEN MET PROCENTEN 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconoomBeroepsopleiding

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

REKENEN MET PROCENTEN 

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING VOOR VANDAAG
- Wat weten jullie al? 
- Uitleg 
- Aan de slag met de opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over procenten/ waar denk je aan als je procenten hoort?

Slide 3 - Open vraag

UITLEG
Maak aantekeningen 

Slide 4 - Tekstslide

Basis: 
BTW: Belasting toegevoegde waarde

9% BTW- laag tarief: Toegepast op belangrijke producten zoals eten, drinken, geneesmiddelen, boeken en dagbladen 

21% BTW -  hoog tarief: wordt toegepast op alle andere producten en diensten. 

Slide 5 - Tekstslide

MANIER 1: VERHOUDINGSTABEL
%

Slide 6 - Tekstslide

HOE VUL JE EEN VERHOUDINGSTABEL IN?
Oefenvraag: Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen? 
Stap 1: Vul het euroteken en procent in. 
Stap 2: Wat is stap 2?

Slide 7 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen?
Stap 2: Vul de gegevens in de tabel. 
Stap 3: Wat nu? 
39,90
%
100
20

Slide 8 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen? 
Stap 3: Vul de '1' in.  Tip: De één staat nooit alleen! 
Stap 4: Wat doen we nu? 
39,90
%
100
20

Slide 9 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen? 
Stap 4: pijltjes zetten
& wat je onder doet doe je boven ook en andersom ook! 
Stap 5: UITREKENEN MAAR!
39,90
...
%
100
1
20

Slide 10 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen? 
Stap 5: Uitrekenen maar
ZIJN WE NU KLAAR? 
39,90
...
7,98
%
100
1
20

Slide 11 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Job koopt een broek bij de Zara. De broek kost €39,90. Bij de kassa krijgt Job een korting van 20%. Hoeveel euro moet Job betalen? 




Je krijgt dus €7,98 korting. Hoeveel moet Job dan nog betalen? 
39,90 - 7,98 = €31,92




39,90
...
7,98
%
100
1
20

Slide 12 - Tekstslide

Oefenvraag 2: 
Tessa gaat naar de Footlocker om Nike schoenen te kopen. De schoenen kosten €155,-. Ze zijn nu in de aanbieding en krijgt Tessa 30% korting.
Bereken hoeveel Tessa moet betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Tessa gaat naar de Footlocker om Nike schoenen te kopen. De schoenen kosten €155,-. Ze zijn nu in de aanbieding en krijgt Tessa 30% korting.
Bereken hoeveel Tessa moet betalen.

Slide 14 - Open vraag

Dit was manier 1.
Snap je het?
Zijn er vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Manier 2: Formule
Formule: weet je hoeveel procent je moet uitrekenen? 

Stap 1: Delen naar 1% - hoe doe je dat?

het bedrag : 100 x het percentage = uitkomst 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 1:
Ali gaat naar de Media Markt om een laptop te kopen van €1200,-   exclusief btw. Bij de kassa wordt het bedrag betaald: inclusief btw. 
Stap 1: Hoeveel % btw moet Ali betalen?
Bereken het bedrag dat Ali betaald aan de kassa.

Formule = Het bedrag : 100 x percentage =

Slide 17 - Tekstslide

Uitkomst
Ali gaat naar de Media Markt om een laptop te kopen van €1200,- exclusief btw. Bij de kassa wordt het bedrag betaald: inclusief btw. 
Stap 1: Hoeveel % btw moet Ali betalen?
Bereken het bedrag dat Ali betaald aan de kassa.

Stap 1: Btw percentage van 21%
Stap 2: Formule toepassen
1200 : 100 x 21 = €252,-

Hoeveel euro betaalt Ali aan de kassa? 
1200 + 252 = €1452,-

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 2: Lina koopt brood bij de bakker. Het brood kost €0,89 exclusief btw. De btw bedraagt 9%.
Hoeveel euro moet Lina betalen? Vul het antwoord in + de formule.

Slide 19 - Open vraag

Dit was manier 2:
Snap je het?
Zijn er vragen? 

Slide 20 - Tekstslide

In het lokaal hebben wij oefenvragen verstopt!

Kan jij ze vinden en oplossen? 
Zoek een duo en probeer ze samen op te lossen? 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide